Voorafgaand aan de inventarisatie is een plaatsingslijst gemaakt op het niveau van de aangetroffen dozen, ordners en ringbanden. Daarnaast is er een globaal institutioneel onderzoek gedaan. Voor het inventarisatieschema is de indeling ‘algemeen-bijzonder’ gekozen. In het archief bevinden zich namelijk series met een algemeen karakter. Dat wil zeggen onderwerpen die het hele archieforgaan aangaan. Er is geprobeerd om de basisarchiefcode als uitgangspunt te gebruiken voor het inventarisschema en de beschrijvingen van de stukken in te voeren in het Provinciale documentmanagementsysteem DM6 van Circle Software. Hier is van afgeweken omdat:
•Het indelingsschema van de Provincie gebaseerd is op de provinciale organisatie en niet specifiek geschikt is voor het bureau voor Emancipatiezaken.
•Sommige rubrieksaanduidingen niet voldoen aan het criterium van eenheid van verdeling;
•Veel gebruikte codes de lading van de dossiers niet goed dekken;
•Veel stukken onder een algemene code zouden worden geklasseerd, zodat deze qua toegankelijkheid niet te gebruiken was.
De kern van het archief bestaat uit stukken op het terrein van de provinciale ontwikkeling en ondersteuning van het sector- en facetbeleid voor de vrouwenemancipatie in Noord-Brabant. Het was enerzijds de bedoeling dat de overheid uitvoerend emancipatiewerk stimuleerde en ondersteunde en anderzijds emancipatiebeleid van de grond probeerde te krijgen dat zoveel mogelijk binnen de beleidssectoren doordrong; het zogenaamde facetbeleid.

Op basis van dit gegeven is er vervolgens gekeken naar de taken per archiefvormer met als doel een overkoepelend inventarisatieschema te kunnen maken waarbij de termen eenduidig konden worden gebruikt. Kernpunten enerzijds zijn o.a. de ontwikkeling van de vrouw binnen provinciaal en lokaal beleid, vrouwen met een autochtone of allochtone afkomst en oudere vrouwen.

Anderzijds richt de ondersteuning zich op facetten zoals: wonen, vrouw en politiek, vrouwenhulpverlening, educatie e.d. Op basis hiervan bleek het mogelijk een overkoepelend indelingsschema op te stellen waarin alle archiefvormers met hun taken tot uiting komen. Alle te bewaren archiefbescheiden zijn vervolgens per archiefvormer in series en dossiers per activiteit gereconstrueerd en gevormd. De ordening van de stukken loopt van algemeen naar bijzonder en binnen de dossiers van het oudste naar het jongste stuk.