Ten zuidwesten van de stad Borculo lag het kasteel van de Heren van Borculo.
Rond het hof lag een omvangrijk park met watergangen,vijvers, lanen, wegen, een oranjerie, bossen etc. Het merendeel van deze parkaanleg is verdwenen, plaatselijk resteren echter nog delen. Als Jan de Beyer in 1743 het kasteel tekent, zijn grote delen reeds gesloopt of bouwvallig. Omstreeks 1763 moeten de restanten van het kasteel zijn gesloopt en is het kasteel vervangen door een eenvoudiger huis.
In 1777 vestigde prins Willem V in het restant van het Hof een paardenfokkerij, die na de Franse tijd de `Rijksstoeterij Borculo`werd.
In 1869 werd het kasteel voor afbraak aangeboden en daarna gesloopt, op de kelders na, zoals de verkoper had bedongen.
RIJKS STOETERIJEN
Teneinde het inlands paardenras te verbeteren, werd bij K.B. van 3 juni 1820, nr. 60 bevolen, dat in het Groot-Hertogdom Luxemburg een depot van twintig hengsten zou worden opgericht, terwijl bij K.B. van 18 mei 1828, nr. 76 last werd gegeven tot het oprichten van een stoeterij van dertig hengsten en tien merries te Borculo.
Aangezien voor het plaatsen van een depot in het Groot-Hertogdom Luxemburg geen geschikt gebouw aanwezig was, werd het te Bonnevoye bij Luxemburg geplaatst en in het Mersdal bij de gemeente Wolferdange en Helmsage een nieuw lokaal gebouwd, dat in 1826 werd betrokken.
Voor het etablissement te Borculo werd het domeingebied van die naam aan het Departement van Oorlog afgestaan, bij welk domein waren gevoegd de landgoederen Overbekking, Forking en Geerding, daartoe door genoemd Departement aangekocht. De beide stoeterijen werden bij K.B. van 2 juni 1826, nr. 15 tot militaire inrichtingen bepaald.
[bron: Internet, Nationaal archief, Inventaris van het archief van de Cavalerie: Opperbevelhebber en andere Autoriteiten, (1814) 1815-1861]
Kenmerken
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.
Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.