Wanneer de familie Van Styrum zich in de loop van de 17e en 18e eeuw een plaats verovert temidden van de Haarlemse elite, stijgt ook hun vermogen. Met name het huwelijk tussen Jan Baron van Styrum en Johanna Anna van Vollenhoven en dat van zijn ouders, Jan van Styrum en Anna Maria Visscher, lijken in dit verband van belang. De aldus verkregen gelden konden worden belegd in onroerend goed. Het bewind van de Bataafse Republiek, dat gebukt ging onder zware financiële lasten, besloot in 1805 enige van de nationale domeinen welke zich in de Biesbosch bevonden openbaar te verkopen. Tegenwoordig zouden we dat privatisering noemen. * Zo vindt op 31 oktober 1805 een openbare verkoping van domaniale gronden plaats te Dordrecht, alwaar Hermanus Uitwerf Sterling namens Jan Baron van Styrum percelen van het Gors in de Biesbos koopt, genaamd het Middelland of Jannezand, bestaande uit rietlanden, grienden en polders en gelegen in het tot 1815 Zuidhollandse gedeelte van de Biesbos. Deze Uitwerf Sterling zal daarna ook de zaken van de polders ter plaatse behartigen in de hoedanigheid van rentmeester van Van Styrum.
In 1813 werd nog de polder Nieuw-Middelland verworven.
De eerste eigenaar van de polders, Jan Baron van Styrum, begon zijn carrière in 1782 in het stadsbestuur van Haarlem. Van 1796 tot 1810 vervulde hij diverse functies in het provinciaal bestuur van Holland en in de vertegenwoordigende lichamen van de Bataafse Republiek, waaronder het Wetgevend Lichaam in 1801, en was hij landdrost van Amstelland. In 1810 werd hij overgeplaatst naar Frankrijk, waar hij werd belast met de prefectuur van het departement Loire-Inférieure, een functie, die hij tot 1813 vervulde. In deze periode werd hij aan het thuisfront ten behoeve van Jannezand vervangen door David Hoeufft. Gedurende de laatste jaren van zijn leven keerde hij terug naar functies op provinciaal en lokaal niveau.
Kenmerken
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.
Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.