Om versnippering van eigendom als gevolg van vererving tegen te gaan, werd in 1897 besloten het gemeenschappelijk onverdeeld bezit van de erven van Styrum om te zetten in een naamloze vennootschap.
De "Naamlooze Vennootschap Maatschappij tot Exploitatie van de Polders Jannezand, Middelland en Nieuw-Middelland, en de Boven- en Benedenplaat" was gelegen onder de gemeenten Made en Dussen en gevestigd te Dordrecht. In het oprichtingsjaar werden aandelen uitgegeven en deze kwamen in bezit van familieleden. Het privéeigendom van de familie Van Styrum werd onverdeeld bezit van erfgenamen en aanverwante families.
Dit betekende ook dat de familieband met polder Jannezand bleef bestaan.
Binnen deze N.V. heeft de raad van commissarissen een toezichthoudende en adviserende functie, machtigt de directie voor een aantal zaken en heeft daarnaast tot taak het voorzitten en notuleren van de aandeelhoudersvergadering.
De algemene vergadering van aandeelhouders vormt het overkoepelend orgaan en is bevoegd tot het beslissen over statutenwijzigingen, liquidatie van het bedrijf, ontbinding van de N.V., fusies en het aangaan van obligatieleningen. Daarnaast bepaalt zij het aantal leden van de directie (ten minste één) en de raad van commissarissen (ten minste drie en voortkomend uit de vergadering van aandeelhouders) en benoemt, schorst en ontslaat hen. Ook machtigt zij de directie in een aantal gevallen. Zie bijlage 2 voor een overzicht van de commissarissen en directeuren.
Gaandeweg bleek, dat de statuten min of meer als verouderd beschouwd moesten worden en herziening behoefden op een aantal punten. Naast de exploitatie van het land kwam daarbij de uitoefening van het agrarisch bedrijf. In 1957 werden de statuten gewijzigd (Bijvoegsel van de Staatcourant 16 juli 1957, no. 135).
De N.V. Maatschappij tot exploitatie van de polders Jannezand, Middelland en Nieuw-Middelland en de Boven- en Benedenplaat bestaat sinds 1982 onder de naam N.V. Polder Jannezand.
Vroeger bestonden de polders uit weilanden, hooilanden, rietgorzen en grienden. Lange jaren waren biezen en riet een belangrijk produkt dat werd geoogst door rietwerkers. In later tijd werden rietgorzen en grienden omgezet in weilanden. Geleidelijk werd een gedeelte van de weilanden omgeploegd en in gebruik genomen als akkerbouwlanden. Na 1954 werd de polder "gescheurd" en kwam het meeste land in gebruik als akkerbouwlanden. Minder geschikte gronden werden gebruikt voor veeteelt. In de zestiger en zeventiger jaren werden investeringen gedaan voor grootschaliger landbouw waarvoor de zware kleigronden prima geschikt waren. Het landbouwareaal was in 1956 nog maar 64 ha. maar bedraagt in 1995 dan ook 310 ha. In 1962 begon men met het bouwen van een nieuwe bedrijfslokatie centraler in de polder. In 1964 werd een silocomplex gebouwd dat na uitbreiding in 1995 een capaciteit had van 1000 ton graan. Voor opslag van de aardappelen was in genoemd jaar een moderne koelcel beschikbaar van 1500 ton naast een oude koelcel van 450 ton. In eigen beheer werden 4,5 kilometers weg aangelegd voor ontsluiting van de polder. Tijdens de ruilverkaveling "Altena-West" werd een groot deel van die wegen overgedragen aan de gemeente. Belangrijk voor landbouwbedrijf Jannezand was de afsluiting van een aantal kreken rondom de polder in 1969 en de afsluiting van het Haringvliet in 1970 wegens verminderde kansen op overstromingen.
*
Kenmerken
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.
Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.