No. 6-14, 16-25, 28, 117, 118. (Aanwinst 1883 no. 33)
Het overige gedeelte, dat wel door Hansse vermeld wordt, doch niet door hem geordend is,
schijnt door de rijksarchivaris van de gemeente overgenomen te zijn en wel in het jaar 1891. (aanwinst 1891 no. 76)
Ter zelfder tijd werd het administratief oud archief der gemeente in bewaring gegeven, waaruit alsdan en ook ter gelegenheid der terugzending in het jaar 1913 nog vele stukken gelicht te zijn;
no. 158 schijnt in het jaar 1889 van de gemeente Heeswijk overgenomen. (Aanwinst 1889 no. 44)
De schepenbank van Dinther schijnt met die van Heeswijk oudtijds een gemeenschappelijke secretaris gehad te hebben, althans was dit op het einde der 18de en het begin der 19de eeuw het geval (A. Boll, tevens notaris), ten gevolge waarvan mede vele stukken gevonden werden tot het rechterlijk archief van Heeswijk behorend, ja, twee registers mede acten voor Heeswijk bevattend.
De inventaris van het jaar 1811 is verloren; de stukken zijn geinventariseerd door Hansse
(met raadpleging van de inventaris van 1811 voor het voluntaire gedeelte?).
Daar alle losse stukken, zowel van de schepenbank van Dinther als van die van Heeswijk te Dinther door de rijksarchivaris zijn aangetroffen, is het voor vele oudere stukken, met name voor de processtukken en voor de latere kladden, memorien, etc. twijfelachtig tot welk archief zij behoren.
Zij zijn door mij tot nader onderzoek, zoveel mogelijk tot dat van Dinther, dat beter bewaard bleef, gebracht.
Het archief was zeer verward en zeer vervuild, evenals dit met administratief gedeelte het geval was (in 1913). Alle stukken schijnen aanwezig.
Opmerkelijk is de hoeveelheid onvoltooide grossen uit de tijd van de secretaris Boll.
Uit het archief van het leen- en laathof van Heeswijk no. 5 zijn 3 stukken overgebracht naar rechterlijk archief Heeswijk no. 8. (30-12-1976 JB)
Brabants Historisch Informatie Centrum