skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Archieven

Index notarieel protocol Boxtel (1054.428)

beacon
35  records
 
 
Schepenakte
1 In de naam van de heer Amen. Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel verscheen de geachte Jan Goijaerts van den Bors en diens vrouw Maria Antonis Peters van den Broeck, wonend te Boxtel binnen de bruggen, genoemde Jan van den Bors ziek bij het vuurr zittend en Maria van den Breock gezond van lijf en leden, beiden in het bezit van hun verstand en geheugen. Ze overdenken de broosheid van het menselijk bestaan en willen daarom beiden hun testament opmaken. Ze bevelen hun zielen zodra ze zijn overleden aan bij de barmhartige God en willen een christelijke begrafenis. Ze benoemen elkaar over en weer de langstlevende van hen beiden, als hun universele erfgenaam inzake alle roerend en onroerend bezit dat de eerstoverlijdende zal nalaten en die mag dat bezit verkopen, belasten etc. zonder daarover aan iemand verantwoording te hoeven afleggen. De lansgtlevende is wel verplicht hun kind of kinderen daarmee groot te brengen, de kinderen te latren leren lezen en schrijven en een breoep te laten leren al naar gelang de bekwaamheid van het kind of de kinderen alles totdat de kinderen de leeftijd van 25 jaar hebben bereikt of tot andere goedgekeurde status gekomen. Als de kinderen die leeftijd hebben etc. krijgen ze elk de som van 30 gulden, waarmee de testateurs verklaren de kinderen daarmnee voor hun legitieme portie voldoende te zijn voldaan. Verder moet de langstlevende aan Joanna Marie minderjarig dochtertje van wijlen Peeter Antonis van den Broek door Peter verwekt bij diens vrouw wijlen Elisabeth, puur uit liefde, dat kind de kost geven en kleden alsof het kind hun eigen kind zou zijn geweest totdat de dochter is getrouwd of totdat het de leeftijd van 18 jaar heeft bereielkt, maar langer niet. Als voogden over hun minderjarig kind of kinderen benoemen ze Joannes Janssen van den Bors, in de wandeling genoemd de Grooten en Jan van de Broeck.
Vervolg:
Ze geven hen de macht om het bezit van de kinderen te beheren en dat zo goed mogelijk te verkopen, verhuren etc. al naar inzicht van de voogden. Indien een van de voogden overlijdt, onwillig is of onbekwaam, mag er er een andere voogd worden benoemd met de zelfde bevoegdheden totdat de kinderen en het dochtertje de leeftijd van 25 jaar hebben bereikt of zijn komen te trouwen etc. De voogden hoeven daarover aan niemand rekenschap af te leggen. De testateurs verzoeken de voogden hun taak te willen aanvaarden tegen een redelijk loon, behoudens dat ze na afloop van hun beheer daarover rekenschap moeten afleggen aan de kinderen en familie. De testateurs verklaren dat dit hun testament is en willen het zo hebben uitgevoerd. Aldus gepasseerd ten woonhuize van de testateurs op 3 januari 1710 in aanwezigheid van Joost van Dommelen en Jan Gerrits van Helmont als getuigen. Ondertekend : Jan Goijaerts van den Bors, merkteken van Maria Anthonis Peeters vabn de Broeck, Joost van Dommelen, Jan Gerits van Hellemont, quod attestor Corn. Wittebol notarius publicus.
Persoon in schepenakte:
Jan Goijaerts van den Bors  
Antonis Peters van den Broeck  
Peeter Antonis van den Broek  
Joannes Janssen van den Bors  
Jan Gerrits van Helmont  
Jan Gerits van Hellemont  
Corn. Wittebol  
Maria Anthonis Peeters  
Jan van den Bors  
Maria van den Breock  
Jan van de Broeck  
Joost van Dommelen  
Cornelis Wittebol  
Joanna Marie  
Datering:
03-01-1710
Soort akte:
Testament
Plaats:
Boxtel
Toegangsnummer:
1054
Inventarisnummer:
428
Bron:
Notarissen
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Schepenakte
2 Voor mij Cornelis Wiitebol, notaris residerend te Boxtel, verscheen de heren Wilhelmus en Christianus, verder de jufrouwen Isabella, Antonina, Joanna en Maria Constantina, meerderjarige en ongehuwde kinderen van wijlen de heer Diderick Huijgens, in zijn leven secretaris te Vught en Cromvoirt, wier moeder is juffrouw Catraijna Dingemans, allen wonend te Boxtel binnen de bruggen, voor henzelf handelen en nog voor de heer Adrianus Gijsselen die is gehuwd met juffrouw Theodora Huijgens zijnde hun zwager wonend te Vught, allen als erfgenamen naast de heer Hendrick Huijgens, van wijlen juffrouw Maria Huijgens en de heer Adrianus Huijgens, eerder secretaris van Boxtel, beiden overleden en begraven te Boxtel, zijnde resp. hun oom en tante. Ze keuren hierbij de verkoop goed van hun 4e part van de helft van een stuk land, in totaal groot een bunder en 68 roedes, gelegen in Ter Heijden in de Soneseelschen polder onder de baronie van Breda, zoals ze dat bezit voor een vierde part hebben geerfd. Daarvan had hun oom Henricus Huijgens de twee vierde parten, vanwege zijn eigen persoon en als erfgenaam van de heer Adrianus Huijgens en juffrouw Maria Huijgens, en voor het resterende vierde part is hun moeder gerechtigd als langstlevende, zoals in het testament van hun ouders voor schepenen van Vught is vastgelegd d.d. 4 maart 1682. Dat bezit is nu door hun broer Johan Huijgens op grond van de machtiging voor mij notaris op 19 maart 1706 opgemaakt, verkocht aan de heer Adrianus Brant, schout etc. in Ter Heijden voor een bedrag van 100 dukatons. Genoemde comparanten machtigen hun broer Johan Huijgens om de wethouders van Ter Heijden of elders waar nodig aan deze heer Brant, schout etc. het bezit te verkopen zijnde hun vierde deel van het onverdeelde geld, waarvan de andere helft toekomt aan de erfgenamen van wijlen de heer Martinus Huijgens.
Vervolg:
De comparanten doen er afstand van en de gemachtigde moet het geld ervan ontvangen, kwitantie geven en verdetr alles doen dat daarbij nodig is en zoals zij zelf ook zouden kunnen doen. De comparanten beloven alles na te komen wat door hun gemachtigde wordt gedaan en zullen hem daarvoor vrijwaren, behoudens dat die er later rekenschap over af moet leggen. Aldus gepasseerd te Boxtel op 30 januari 1710 in aanwezigheid van Jan Anthonis de Bresser en Jan Hendricks van Aelst als getuigen. Ondertekend : W.E. Huijgens, C. Huijgens, Isabella Huijgens, Antonina Huijgens, Johanna Huijgens, Maria Constantina Huijgens, Jan Antoni de Bresser, Jan van Aelst, quod attestor Corn. Wittebol notarius publicus.
Persoon in schepenakte:
Jan Anthonis de Bresser  
Jan Hendricks van Aelst  
Jan Antoni de Bresser  
Corn. Wittebol  
Maria Constantina Huijgens  
Jan van Aelst  
Cornelis Wiitebol  
Maria Constantina  
Diderick Huijgens  
Adrianus Gijsselen  
Theodora Huijgens  
Hendrick Huijgens  
Maria Huijgens  
Adrianus Huijgens  
Henricus Huijgens  
Johan Huijgens  
Adrianus Brant  
Martinus Huijgens  
Isabella Huijgens  
Antonina Huijgens  
Johanna Huijgens  
W.E. Huijgens  
C. Huijgens  
Datering:
30-01-1710
Soort akte:
Goedkeuring
Plaats:
Boxtel
Toegangsnummer:
1054
Inventarisnummer:
428
Bron:
Notarissen
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Schepenakte
3 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel, verscheen mebrouw A.E. Grahame, weduwe van de heer Philips Adolff Beijaerts, nu Wrangel (?) ter ener zijde en verhuurt aan Hendrick Nicolas Teullincx, ter andere zijde, haar hoeve, gelegen te Boxtel onder Onroode, zoals door de pachter al wordt gebruikt. De huur loopt voor 6 achtereenvolgende jaren, ingaande voor de tuin per half maart, het huis, weide en hooibeemden met Pinksteravond en het teulland in de oogsttijd stoppelbloot, alles a.s. jaar 1711 en zo moet alles ook weer worden achtergelaten. Als voorlijf jaarlijks 36 gulden te betalen, verder 5 zakken rogge en 4 zakken boekweit, maat van Den Bosch, in Den Boch te leveren of ten huize van de verpachtster. Verder dient de pachter jaarlijks 3 vrachten naar Den Bosch te doen of de *vrente* en hoeft dan het koren niet in de stad te leveren. Het voorlijf jaarlijks te betalen op St. Maartensdag, het koren met Maria Lichtsmisdag en voor het eerste jaar per St. Maartensdag anno 1711, de boekweit met oogststijd 1712 en de rogge met Maria Lichtmisdag erna. Tijdens de huur moet de pachter alle dorpslasten betalen, verpondingslasten, koningsbedes etc.en de andere lasten die voor rekening van de eigenaar komen, behalve de vijandelijke contributies of brandschattingen, die zal de pachter weliswaar eerst betalen maar tegen overlegging van de kwitantie zal op het jaarlijkse voorlijf mogen worden gekort. De pachter doet afstand van enige bepaling zoals in plakaten en resoluties die hierin strijdig zijn, omdat de huur tegen een lagere prijs is vastgesteld. Maar bij eventuele nog onbekende lasten zal volgens die plakaten worden gehandeld. De pachter moet jaarlijks op St. Michielsdag een bepaalde chijns in Den Bosch betalen aan de domeinen en mag dat op de huurtermijn in mindering brengen.
Vervolg:
De verpachtster reserveert voor haarzelf de helft van het fruit in de boomgaard en ook alle geriefhout, behalve het schaarhout rondom het teulland genoemd de Backersacker en rondom het beemdje dat de huurder na 5 jaar zal mogen kappen maar de pachter moet de dorre struiken uithalen en door jonge planten vervangen. Verder moet de pachter jaarlijks samen met de verpachtster 2 arbeiders 3 dagen lang mee laten helpen aanplanten. Verder mag de pachter jaarlijks 3 of 4 karren turf uitsteken in het heiveld. De pachter moet alle schouwen onderhouden en ook de burenplichten nakomen en alles omheinen met behulp van matariaal van de verpachtster. De pachter moet het huis dakdicht maken met stroo en de verpachtster zal daarvoor het daggeld van de dekkers en timmerlieden betalen met ook de verdere matrialen. De pachter mag het laatste jaar geen aarde of korte mest weghalen en de pachter moet goed toezicht houden, zodat het bezit niet door brand wordt verwoest, in dat geval zal hij de schade moeten betalen volgens uitspraak van goede mannen. In geval van hagel of schade door het weer, zal er naar rato worden vergoed. Aldus gepasseerd te Boxtel op 10 december 1710, in aanwezigheid van Jan Goossens en Anselmus Verbeecq, oud-schepen te Boxtel. Ondertekend : A.E. Grahame nu Wrangel, Hendrick Teulinghs, Anselmus Verbeeck, quod attestor Corn. Wittebol notarius publicus.
Persoon in schepenakte:
Corn. Wittebol  
Philips Adolff Beijaerts  
Hendrick Nicolas Teullincx  
Cornelis Wittebol  
Den Boch  
Jan Goossens  
Anselmus Verbeecq  
Hendrick Teulinghs  
Anselmus Verbeeck  
A.E. Grahame  
Datering:
10-12-1710
Soort akte:
Verhuur
Plaats:
Boxtel
Toegangsnummer:
1054
Inventarisnummer:
428
Bron:
Notarissen
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Schepenakte
4 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxytel verscheen Willem van den Broeck, oud-schepen en borgemeester te Boxtel ter ener zijde en Jan zoon Laureijs Hendricx van de Ven ter andere zijde. Genoemde van de Broek verhuurt aan Jan van de Ven diens hoeve genoemd Balsfoort, zoals thans al door de pacher wordt bewoond en gebruikt. De huur loopt voor 8 achtereenvolgende jaren en kan door elk der partijen na 4 jaar worden beeindigd, maar die zulks wenst te doen dient dat de ander een maand voor Kerstmis op te zeggen. De huur voor de tuin, hooibeemden en driessen en de dries van de heer N. van Esch, gaat in per half maart, het huis met de twee weilanden genoemd de Mortel met de heuvel waar het huis op staat, gaat in op Meiavond en het teulland in de oogssttijd stoppelbloot, alles dit jaar 1711 en zo moet het ook weer worden achtergelaten. De pachter mag geen driessen *scheuren of breken*. De huurder moet jaarlijks als voorlijf 40 gulden betalen en jaarlijks 6 mud rogge en 3 mud boekweit, nog 50 pond boter, 50 potten room, 100 verse eieren, 8 vijmen dakstroo. Het voorlijf jaarlijks te voldoen met St. Maartensdag, de boekweit in de oogsttijd, de rogge met Maria Lichtmisdag, de boter, de room en de eieren zoals de verpachter dat wil. De pachter moet het huis qua dak, wanden etc. goed onderhouden en de burenplichten nakomen. Veder moet de pachter de huur jaarlijks op tijd voldoen en alle dorpslasten en verpondingen betalen, behalve de koningsbede en de twee derde parten van de franse of vijandelijke contributies of brandschattingen die de verpachter zelf zal moeten betalen. De pachter doet daarin afstand van bepalingen volgens plakaten of resoluties die daarmee strijdig zijn, omdat de huurprijs lager dan normaal is vastgesteld. De pachter mag geen houtopstand staande onder Boxtel of in het nieuwe land omkappen, omdat het hout uitsluitend voor de verpachter is.
Vervolg:
Al het schaarhout, zowel onder Oisterwijk als Oirschot en de nieuwe heggen in *het Luck*, in de driessen en verder de geknotte willigen die 5 jaar of ouder zijn, mogen op normale wijze worden gekapt. De verpachter reserveert het schaarhout in *het Luck* om te gebruiken voor lathout en verder reserveert hij de scheuten van de geknotte willigen. De pachter mag geen enkele dorre of groeiende bomen omkappen of uitgraven, noch mag hij takken van de bomen rukken of kappen en er mag nergens worden gevlagd etc. Verder zullen de verpachter en de pachter samen jaarklijks 2 arbeiders alle sloten en grachten etc. laten schoonmaken. De verpachter zal het daggeld voor de twee arbeiders betalen en de pachter moet hen te eten geven. De verpachter mag elk jaar en koe laten grazen zonder dat op de huurprijs te mogen minderen. De pachter moet de heren drossaard of diens aangestelde funtionaris, de schepenen, secretaris en de gezworenen die de jaarlijkse schouw uitvoeren hen eten en drinken geven, zonder dat op de huur in mindering te brengen. De pachter reserveert voor zichzelf de helft van alle fruit in de boomgaard en houdt voor zichzelf de opkamer in het huis voor privegebruik, Verder moet de pachter de helft van het stroo van de verpachter in de schuur laten opslaan en na de huruperiode het ook zo achterlaten. De schade door slecht weer etc. zal worden vergoed volgens de gebruikelijke regels en taxatie van goede mannen. Partijen beloven alle afspraken zo na te komen. Als borgen voor de pachter treden op Laureijs Henricks van de Ven en Peeter Laureijssen van Esch, resp. de vader en zwager van de pachter. De pachter onderwerpt zich aan de rechtspraak door schepenen van de stad Den Bosch of Boxtel etc. tot nakoming van deze pachtovereenkomst en hij machtigt daarvoor de toonder van deze brief.
Vervolg 2:
Aldus gepasseerd te Boxtel op 10 december 1710, in aanwezigheid van Adrianus van Thuijl en Jan Wijtmans als poorters van Den Bosch en getuigen. Ondertekend : Willem van den Broeck, merkteken van Jan Laureijs Hendricks van de Ven, merkteken van Laureijs Hendricx van de Ven, Peter Laureijs van Esch, Ariaen van Tuijl, merkteken van Jan Laureijs Wijtmans, quod attestor Corn. Wittebol notarius publicus.
Persoon in schepenakte:
Jan van de Ven  
Laureijs Henricks van de Ven  
Peeter Laureijssen van Esch  
Laureijs Hendricks van de Ven  
Laureijs Hendricx van de Ven  
Peter Laureijs van Esch  
Corn. Wittebol  
Jan Laureijs Wijtmans  
Willem van den Broeck  
Jan van de Ven  
Adrianus van Thuijl  
Ariaen van Tuijl  
Cornelis Wittebol  
Jan Wijtmans  
N. van Esch  
Laureijs Hendricx van de Ven  
Datering:
10-12-1710
Soort akte:
Verhuur
Plaats:
Boxtel
Toegangsnummer:
1054
Inventarisnummer:
428
Bron:
Notarissen
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga