De Diedense kerk uit de 11e/12e eeuw was toegewijd aan de H. Laurentius. Het gebouw kwam vanaf 1614 in protestantse handen. Van 1648-1795 kerkten de katholieken dan ook in Demen. De voormalige Hervormde kerk is allang niet meer in gebruik voor de eredienst. Er heeft een tijdlang een kunstenaarsatelier (pottenbakker) in gezeten, daarna was het kerkje bergruimte voor een autohandel. Nu wacht het gebouw op restauratie
De kerktoren van Neerlangel is van tufsteen en heeft een romaanse architectuur. De oorsprong moet dan ook in de 11e eeuw liggen. Het kerkje is toegewijd aan Johannes de Doper. De parochie is oorspronkelijk de moederkerk van Ravenstein. Later is Neerlangel zelfs zijn status van zelfstandige parochie kwijtgeraakt en onder de parochie van Demen gevoegd. In 1869 is het schip afgebroken en in neogothische stijl herbouwd. Ook de torenspits is in diezelfde stijl opgetrokken. Vlak voor die afbraak heeft de toenmalige burgemeester van Ravenstein, R.A.A. van Claarenbeek, een tekening gemaakt van het kerkje in zijn oude staat. Het bijschrift luidt: Kerkje te Neerlangel van tuf of trasssteen, waarschijnlijk in de 7e of 8e eeuw gebouwd of tot RC ingerigt. Met gebakken steen verhoogd en de kleine raamtjes toegemetzeld omtrent de 13e eeuw. De kerk wordt momenteel nog maar één keer per jaar gebruikt, namelijk tijdens de St. Jansfeesten.
De pastoors van Demen waren ook parochiegeeestelijke voor de vervallen parochie van Dieden. Hun jurisdictie sterkte zich ook uit over Neerlangel, de moederkerk van Ravenstein, aan welke kerk Neerlangel sedert 1845 is onderworpen. Van 1724 tot het eind van de 18e eeuw hadden de pastoors van Demen ook de zorg voor de katholieken in het Gelderse Batenburg.
Deze gegevens werden ontleend aan L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom "s-Hertogenbosch (1872), derde deel, blz. 414-415
Kenmerken
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.
Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.