Op Sente-Wybrordsdach des bysscops.
Ghysebrecht van Andel, pastoor van Hezewic, oorkondt, dat hij aan het convent van Berne tot pitantie een cijns schuldig is van 10 schelling uit een streep land in Hezewijc, nader gesitueerd, die heer Borghart van Zulekem (zijn voorganger) heeft gekocht van Willem, zoon van Hanne Goeswijnszn; dit tot het houden van een jaargetijde voor Borgharts ouders: Jan van Tule en Bessele.
Op Sente-Wybrordsdach des bysscops.
Ghysebrecht van Andel, pastoor van Hezewic, oorkondt, dat hij aan het convent van Berne tot pitantie een cijns schuldig is van 10 schelling uit een streep land in Hezewijc, nader gesitueerd, die heer Borghart van Zulekem (zijn voorganger) heeft gekocht van Willem, zoon van Hanne Goeswijnszn; dit tot het houden van een jaargetijde voor Borgharts ouders: Jan van Tule en Bessele.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.215.
c. Getypte tekst in Map-Afschriften.
d. Gedrukte tekst in: Het oudste cijnsboek van de Abdij van Berne uit 1376, ingeleid en van indices voorzien door G. van der Velden (R.A. Den Bosch 1982), blz.172.