Op Sente-Marcusdach.
Heer Jan van Orthen, kapelaan van Berlikem, oorkondt, dat Jan die Sluter Andrieszn bij testament heeft geschonken aan de pastoor van Berlikem een cijns van 3 vat rogge uit 4 lopen zaailand op de Loefvorse Hoeve, waaruit de pastoor aan de kerk een cijns van 5 schelling zal betalen en zal zorgen voor het jaargetijde van Andries Berneytszn en zijn vrouw Odan, hun kinderen Maes, Gherijt, Andries en Jan die Sluter en diens vrouw Margriet.
Op Sente-Marcusdach.
Heer Jan van Orthen, kapelaan van Berlikem, oorkondt, dat Jan die Sluter Andrieszn bij testament heeft geschonken aan de pastoor van Berlikem een cijns van 3 vat rogge uit 4 lopen zaailand op de Loefvorse Hoeve, waaruit de pastoor aan de kerk een cijns van 5 schelling zal betalen en zal zorgen voor het jaargetijde van Andries Berneytszn en zijn vrouw Odan, hun kinderen Maes, Gherijt, Andries en Jan die Sluter en diens vrouw Margriet.
b. Excerpt in G. van den Elsen, Ms.-Berlicum, blz.52.
c. Getypte tekst in Map-Afschriften.