Schepenen van Hedel oorkonden, dat Lumoet v.v.w. Rolof Dircszn met haar voogd heeft toegezegd aan heer Jan van Woudrichem, pitancier van het klooster van Berre, een cijns van 40 schelling uit een hofstede in de Kerkstraat aldaar, nader gesitueerd, te betalen "tot Korsavont in die vier heylich daghe".
Schepenen van Hedel oorkonden, dat Lumoet v.v.w. Rolof Dircszn met haar voogd heeft toegezegd aan heer Jan van Woudrichem, pitancier van het klooster van Berre, een cijns van 40 schelling uit een hofstede in de Kerkstraat aldaar, nader gesitueerd, te betalen "tot Korsavont in die vier heylich daghe".
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.246.
Nota. Met de betaaldatum zijn bedoeld de vier verplichte feestdagen van Kerstmis, Stephanus, St. Jan Evangelist en Onnozele Kinderen; de formulering toont aan, dat hier Korstavont betekent de Kerstdag zelf, niet de vigiliedag (confer het rugschrift).