Op Onser-Vrouwenavent, als men scrijft Assumpcio.
Marcelis van Wouderichem, kanunnik en (supplebaan?) van de kerk van S. Lebuinus in Deven-
ter en pastoor van Twenlo (= Twello), oorkondt, dat hij ter aanvulling van zijn testament, waardoor deze akte was gestoken, nader genoemde legaten heeft vermaakt aan de volgende personen en instellingen: de geestelijken van de kerk van Deventer; de kerkfabriek aldaar en de geestelijken, die op zijn begrafenis komen; de kerkfabriek van St. Martijn in Utrecht, de Minderbroeders in Deventer, de Jacopinen van Zutphen; de Begijnen van Deventer in het convent, in het huis van heer Stappen en in het heiliggeesthuis; de zieken in het heiliggeesthuis; de melaatsen buiten Deventer; de arme zieken in Zwolle; de Begijnen in het huis van meester Gherijt Groote (Geert Groote, + 1384); Haze de Begijn in het heilliggeesthuis; de pastoor en de kerk van Welle in de Bomelrewert; de pastoor en de kerkfabriek van Twenlo; voorts zijn nicht en verpleegster Elsebeen Janszn uten Camp nl. zijn nader beschreven koren, vlees, beddegoed, textiel, meubels, huisraad, geld en zilver, wasgerief en brandstof en het vruchtgebruik van zijn huis en erf; tenslotte 11 met name genoemde personen, meest familieleden, en zijn dienstmaagden en executeurs-testamentair.
Op Onser-Vrouwenavent, als men scrijft Assumpcio.
Marcelis van Wouderichem, kanunnik en (supplebaan?) van de kerk van S. Lebuinus in Deven-
ter en pastoor van Twenlo (= Twello), oorkondt, dat hij ter aanvulling van zijn testament, waardoor deze akte was gestoken, nader genoemde legaten heeft vermaakt aan de volgende personen en instellingen: de geestelijken van de kerk van Deventer; de kerkfabriek aldaar en de geestelijken, die op zijn begrafenis komen; de kerkfabriek van St. Martijn in Utrecht, de Minderbroeders in Deventer, de Jacopinen van Zutphen; de Begijnen van Deventer in het convent, in het huis van heer Stappen en in het heiliggeesthuis; de zieken in het heiliggeesthuis; de melaatsen buiten Deventer; de arme zieken in Zwolle; de Begijnen in het huis van meester Gherijt Groote (Geert Groote, + 1384); Haze de Begijn in het heilliggeesthuis; de pastoor en de kerk van Welle in de Bomelrewert; de pastoor en de kerkfabriek van Twenlo; voorts zijn nicht en verpleegster Elsebeen Janszn uten Camp nl. zijn nader beschreven koren, vlees, beddegoed, textiel, meubels, huisraad, geld en zilver, wasgerief en brandstof en het vruchtgebruik van zijn huis en erf; tenslotte 11 met name genoemde personen, meest familieleden, en zijn dienstmaagden en executeurs-testamentair.
b. Gedrukte tekst van Hoevenaars in: A.A.U. 22(1895), blz.226-232.