Des donredages nae Alreheyligendach.
Schepenen van Berlekem, Jan Ruttenzn, Jan Loeken, Jan Keelbreker en Heynric Vrancken z.v.w. Swerd, oorkonden, dat heer Godscalc van Vveen, abt van Berne, en Coel Keelbreker een overeenkomst hebben getroffen in het geschil over hun aan elkaar grenzende goederen aldaar, waarbij genoemd de Overhof, de Hoeger Enst, de Enstwyel, de Nuwen Camp, de Leenecker, de Steghe en het Laer; en wel gedetailleerd in een tiental punten betreffende recht van doorgang, houtkap, eigendom, schut- en dijkrecht.
Des donredages nae Alreheyligendach.
Schepenen van Berlekem, Jan Ruttenzn, Jan Loeken, Jan Keelbreker en Heynric Vrancken z.v.w. Swerd, oorkonden, dat heer Godscalc van Vveen, abt van Berne, en Coel Keelbreker een overeenkomst hebben getroffen in het geschil over hun aan elkaar grenzende goederen aldaar, waarbij genoemd de Overhof, de Hoeger Enst, de Enstwyel, de Nuwen Camp, de Leenecker, de Steghe en het Laer; en wel gedetailleerd in een tiental punten betreffende recht van doorgang, houtkap, eigendom, schut- en dijkrecht.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.364.
c. Afschrift in G. van den Elsen, Ms.-Berlicum, (1882), blz.75-76.