In Bochoven, ante castrum ibidem.
Notaris Jacobus Martinuszn van Huesden, priester, instrumenteert op verzoek van broeder Zanderus van Os, kanunnik van Berne ten gunste van abt en convent, dat broeder Henricus van den Broeck ("de Palude"), kanunnik van Berne, namens abt en convent heer Johannes Oem, ridder, heer van Bochoven, gevraagd heeft, waarom hij verhinderd had de tienden binnen te laten rijden door hen, die deze van Berne hadden verworven; waarop heer Oem van zijn kant om een bewijsstuk verzocht; waartegen heer Henricus inbracht, dat de tienden vrij waren en niet aan heer Oem moesten worden betaald, en dat hij desnoods zijn recht zou halen; waarop heer Oem zei, dat hij niet bang was voor "paep" noch knaep", alleen voor God en de keizer, van wie hij de heerlijkheid in leen had, en dat hij, alvorens de tiende af te geven, eerst een dwangbevel wilde ontvangen.
In Bochoven, ante castrum ibidem.
Notaris Jacobus Martinuszn van Huesden, priester, instrumenteert op verzoek van broeder Zanderus van Os, kanunnik van Berne ten gunste van abt en convent, dat broeder Henricus van den Broeck ("de Palude"), kanunnik van Berne, namens abt en convent heer Johannes Oem, ridder, heer van Bochoven, gevraagd heeft, waarom hij verhinderd had de tienden binnen te laten rijden door hen, die deze van Berne hadden verworven; waarop heer Oem van zijn kant om een bewijsstuk verzocht; waartegen heer Henricus inbracht, dat de tienden vrij waren en niet aan heer Oem moesten worden betaald, en dat hij desnoods zijn recht zou halen; waarop heer Oem zei, dat hij niet bang was voor "paep" noch knaep", alleen voor God en de keizer, van wie hij de heerlijkheid in leen had, en dat hij, alvorens de tiende af te geven, eerst een dwangbevel wilde ontvangen.
b. Getypte tekst in Map-Afschriften.