De aartsdiaken van Campinia (Kempenland) doet gerechtelijke uitspraak in de kwestie betreffende de voordracht van een nieuwe pastoor van Bochoven ten gunste van heer Henricus Gruyter, priester, voorgedragen door Petrus van Hemert, abt van Berne, en heer Walterus Back, priester en pastoor van de moederkerk Hedichusen; dit met uitsluiting van heer Robertus Oem van Bochoven, priester en kanunnik van de H. Kruiskerk te Leodium (voorgedragen door de heer van Bokhoven).
De aartsdiaken van Campinia (Kempenland) doet gerechtelijke uitspraak in de kwestie betreffende de voordracht van een nieuwe pastoor van Bochoven ten gunste van heer Henricus Gruyter, priester, voorgedragen door Petrus van Hemert, abt van Berne, en heer Walterus Back, priester en pastoor van de moederkerk Hedichusen; dit met uitsluiting van heer Robertus Oem van Bochoven, priester en kanunnik van de H. Kruiskerk te Leodium (voorgedragen door de heer van Bokhoven).
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.469, eerste en tweede tekst. Nota. Wat de datering betreft: beide afschriften zijn ongedateerd; de installatie van Henricus Gruyter als pastoor vond plaats op 13 febr.1452, zie volgend regest.