Rome; sub anno a Nativitate Domini 1458, indictione octava, die dominica, 12 februarii, pontificatus domini nostri pape anno tertio.
Georgius (de Saluzzo), bisschop van Lausanna, substituut van de pauselijke kameraar Ludovicus (Scarambi Mezzarota), kardinaal-priester van de titelkerk van S. Laurentius-in-Damaso, (patriarch-aartsbisschop) van Aquileia, oorkondt, dat Marcus (de Marinoni), bisschop van Urbevetus (Orvieto), hiertoe aangezocht door eerdergenoemde Georgius, die daartoe gemachtigd was krachtens een mondelinge opdracht van paus Calistus III en uit hoofde van de bevoegdheden verbonden aan het ambt van vice-kameraar, de abtzegening heeft toegediend aan heer Marcelius van Macharen, abt van B. Maria in Berna van de premonstratenzerorde, in de kerk van het Hospitium van de natio Flandrie (San Giuliano dei Fiamminghi), gelegen in de wijk S. Eustachius te Roma, in aanwezigheid van Nicolaus (de Arpono), bisschop van Ostuni, en Angelus, abt van het (cisterciënzer) klooster (Tre Fontane) van S. Anastasius buiten de muren.
Rome; sub anno a Nativitate Domini 1458, indictione octava, die dominica, 12 februarii, pontificatus domini nostri pape anno tertio.
Georgius (de Saluzzo), bisschop van Lausanna, substituut van de pauselijke kameraar Ludovicus (Scarambi Mezzarota), kardinaal-priester van de titelkerk van S. Laurentius-in-Damaso, (patriarch-aartsbisschop) van Aquileia, oorkondt, dat Marcus (de Marinoni), bisschop van Urbevetus (Orvieto), hiertoe aangezocht door eerdergenoemde Georgius, die daartoe gemachtigd was krachtens een mondelinge opdracht van paus Calistus III en uit hoofde van de bevoegdheden verbonden aan het ambt van vice-kameraar, de abtzegening heeft toegediend aan heer Marcelius van Macharen, abt van B. Maria in Berna van de premonstratenzerorde, in de kerk van het Hospitium van de natio Flandrie (San Giuliano dei Fiamminghi), gelegen in de wijk S. Eustachius te Roma, in aanwezigheid van Nicolaus (de Arpono), bisschop van Ostuni, en Angelus, abt van het (cisterciënzer) klooster (Tre Fontane) van S. Anastasius buiten de muren.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.484.
c. Getypte tekst in Map-Afschriften.
Nota 1. Ook deze akte wordt niet gesteld op de datum 12 febr.1459, dus niet volgens de calculus Florentinus, om de reden gegeven bij de akte van 7 febr. 1458, en omdat in 1459 12 febr. niet op een zondag valt, in 1458 daarentegen wel.
Nota 2. De twee zeer verbleekte woorden achter S. Anastasius geven waarschijnlijk te lezen: dicti ordinis, wat W. Hoevenaars (ca.1880) ook gelezen heeft. Het bedoelde klooster was echter nooit van de Orde van Prémontré, wel van de Orde van Cîteaux; bedoeld zal zijn: ordinis Cisterciensis, wat er zeker niet staat.
Nota 3. Over de hier genoemde personen, titels en kerken is meer informatie voorhanden. Zie ook M. Muskens, Friezen, Franken, Nederlanders (Rome, 1987), blz.59 ev.