Peter van Hemert, voorheen abt van Beern, nu proost van Meersberch, erkent verhuurd te hebben met toestemming van abt Merselis van Macharen aan zijn medebroeder Aernt Yewin Hackenzn van Outhuesden, pastoor van Engelen en Vlijmen, de proosdij van Meersberch voor de tijd van 10 jaar met ingang van 1461 tegen de jaarlijkse pachtsom van 57 oude schild - 2 beierse gulden voor 1 schild gerekend aldus te betalen: in het eerste jaar 20 schild op St.Petersdag (22 jan.) a.s., 10 schild binnen de 4 Pinksterdagen, of althans binnen 6 weken nadien, en 27 schild min 9 rijnsgulden op St.Mertensdag (11 nov.), of althans binnen 6 weken nadien; en aldus ook de 9 jaren erna, maar dan in 2 termijnen (22 febr. en 11 nov.); met de bepaling, dat heer Aernt de tijnzen betaalt: 11 lood zilver aan de heren van St.Pieter te Utrecht, 2 oude schild aan die van Oudemunster aldaar, 2 oude-vlaams te Amerongen, 22 witte stuiver en 8 butken vanwege de (af-?)"wateringen" te Zeyst; waarbij tevens bepaald werd, dat heer Aernt hem jaarlijks 20 kapoenen zou leveren en dat bij meningsverschil over het voorgaande abt Mercelis en Heinrick den Ruever, de neef van heer Peter, zouden beslissen.
Peter van Hemert, voorheen abt van Beern, nu proost van Meersberch, erkent verhuurd te hebben met toestemming van abt Merselis van Macharen aan zijn medebroeder Aernt Yewin Hackenzn van Outhuesden, pastoor van Engelen en Vlijmen, de proosdij van Meersberch voor de tijd van 10 jaar met ingang van 1461 tegen de jaarlijkse pachtsom van 57 oude schild - 2 beierse gulden voor 1 schild gerekend aldus te betalen: in het eerste jaar 20 schild op St.Petersdag (22 jan.) a.s., 10 schild binnen de 4 Pinksterdagen, of althans binnen 6 weken nadien, en 27 schild min 9 rijnsgulden op St.Mertensdag (11 nov.), of althans binnen 6 weken nadien; en aldus ook de 9 jaren erna, maar dan in 2 termijnen (22 febr. en 11 nov.); met de bepaling, dat heer Aernt de tijnzen betaalt: 11 lood zilver aan de heren van St.Pieter te Utrecht, 2 oude schild aan die van Oudemunster aldaar, 2 oude-vlaams te Amerongen, 22 witte stuiver en 8 butken vanwege de (af-?)"wateringen" te Zeyst; waarbij tevens bepaald werd, dat heer Aernt hem jaarlijks 20 kapoenen zou leveren en dat bij meningsverschil over het voorgaande abt Mercelis en Heinrick den Ruever, de neef van heer Peter, zouden beslissen.
b. Getypte tekst in Map-Afschriften.