Arnoldus van Wijck, abt van Berna, en Lambertus van den Yevelaer, kanunnik van Berna en pastoor van Beerlikem, berichten aan Ludovicus van Bourbon, bisschop van Leodium, dat heer Johannes Nycolauszn van Berlikem, priester, tot stichting van een altaar van Antonius en Barbara in de parochiekerk van Beerlikem vaste inkomsten heeft bijeengebracht aan cijnzen en pachten, nl. (hier in het kort opgesomd en alle uit landerijen te Berlicum, tenzij anders vermeld):
13 pond uit de Zwaencamp op de Hoeven, 9 pond op de Hasselt, 7 pond uit land aldaar, 6 pond te Schijndel, 3 pond uit land te Berlicum, 1 pond uit Bloemarts Hoff op de Belver, 1 pond op Die Dun-gen, 1 pond uit land te Berlicum, 1 pond op Nuenvelt, 10 schelling op de Hasselt, 1/3 pond uit land te Berlicum, 1 mud rogge uit land te Schijndel, 2 zester rogge op de Belver en 1 zester rogge op de Loeffaert; waarna de rechtspositie van abt en convent betreffende het jus-presentandi van de rector van het altaar wordt geformuleerd en bepaald wordt, dat de rector wekelijks 3 missen zal verzorgen; waarna beiden de bisschop verzoeken het altaar op te richten, het benoemingsrecht te bevestigen, de inkomsten vast te leggen en heer Johannes, door de abt voorgedragen, als eerste bedienaar te aanvaarden.
Arnoldus van Wijck, abt van Berna, en Lambertus van den Yevelaer, kanunnik van Berna en pastoor van Beerlikem, berichten aan Ludovicus van Bourbon, bisschop van Leodium, dat heer Johannes Nycolauszn van Berlikem, priester, tot stichting van een altaar van Antonius en Barbara in de parochiekerk van Beerlikem vaste inkomsten heeft bijeengebracht aan cijnzen en pachten, nl. (hier in het kort opgesomd en alle uit landerijen te Berlicum, tenzij anders vermeld):
13 pond uit de Zwaencamp op de Hoeven, 9 pond op de Hasselt, 7 pond uit land aldaar, 6 pond te Schijndel, 3 pond uit land te Berlicum, 1 pond uit Bloemarts Hoff op de Belver, 1 pond op Die Dun-gen, 1 pond uit land te Berlicum, 1 pond op Nuenvelt, 10 schelling op de Hasselt, 1/3 pond uit land te Berlicum, 1 mud rogge uit land te Schijndel, 2 zester rogge op de Belver en 1 zester rogge op de Loeffaert; waarna de rechtspositie van abt en convent betreffende het jus-presentandi van de rector van het altaar wordt geformuleerd en bepaald wordt, dat de rector wekelijks 3 missen zal verzorgen; waarna beiden de bisschop verzoeken het altaar op te richten, het benoemingsrecht te bevestigen, de inkomsten vast te leggen en heer Johannes, door de abt voorgedragen, als eerste bedienaar te aanvaarden.
b. Authentiek afschrift, op papier, van notaris Arnoldus Walteruszn van Laubrake, 1592. Bewaard bij a.
c. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.546.