skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Archieven

2145 Familie de van der Schueren, 1715-1947

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historische inleiding
2145 Familie de van der Schueren, 1715-1947
Inleiding
Historische inleiding
De van der Schueren is een van oorsprong Brabant meiseniersgeslacht (zie hierna) uit Grimbergen in Vlaams-Brabant, waarvan de nakomelingen de adellijke titel van ridder voeren.
(Het meisenierschap was een erfelijk juridisch statuut, typisch voor het westen van Brabant, de huidige provincie Vlaams-Brabant. Aan het statuut van de meisenier waren een aantal privileges verbonden, vergelijkbaar met die van de Sinte-Pietermannen uit Leuven en die verleend aan de poorters van een stad. De voorrechten omvatten: -vrijstelling van tol over het hele Hertogdom Brabant,
-vrijstelling van de dode hand, oftewel vrijstelling van successierechten bij het overlijden van een familielid,
-vrijstelling van karweien,
-het recht om enkel in Brabant gevonnist te worden, waar de aangeklaagde misdaad ook gebeurd zou zijn).
Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/De_van_der_Schueren.
1. De stamreeks gaat terug tot ca. 1530. Er is niet veel bekend uit die tijd. De geregelde afstamming van het geslacht vangt aan met Peter van der Schueren, geboren omstreeks 1570, schepen in de hoofdbank van Grimbergen die in 1627 in Meise werd begraven. Zijn zoon, mr. Jan van der Schueren, gehuwd met Maria van Steenwinkel, werd door de Spaanse koning op 16 december 1659 verheven in de Zuid-Nederlandse adel. Deze tak sterft in 1674 uit. Hiervan zijn geen stukken aangetroffen.
2. Bijna een halve eeuw later wordt er in de adelsbrief van 9 april 1715 door keizer Karel VI van het Heilige Roomse Rijk de persoon Gaspar Joseph van der Schueren (1690-1744), een nazaat van de stamvader, verheven in de adelstand van het Heilige Roomse Rijk, met als titel keizerlijk ridder evenals zijn mannelijke nazaten, en wordt een kroon op de helm aan het familiewapen toegevoegd. Tevens werd aan álle afstammelingen van Gaspar Joseph van der Schueren als een bijzonder blijk van vorstelijke gunst toegestaan de prefix 'de' vóór hun achternaam te voeren (zie inv.nr. 5).
3. Twee broers, Joannes Franciscus én Ludovicus Joannes Hubertus, worden op grond van die adelsbrief uit 1715, door koning Willem I bij Koninklijk Besluit nr 106 van 19 februari 1821 in de Nederlandse adel ingelijfd met de titel van ridder op alle mannelijke afstammelingen. Daardoor gingen zij ook deel uitmaken van de Ridderschap van Noord-Brabant. (zie BHIC archieftoegang 1304).






Bij Koninklijk Besluit nr 106 van 19 februari 1821 werden -zoals gezegd- Joannes Franciscus en Ludovicus Joannes Hubertus ingelijfd in de Nederlandse adel. Zij worden beschouwd als de stamhouders van de huidige A- en B-stamreeks van de familie.
Door de eeuwen heen hebben een aantal mannelijke leden zich verdienstelijk gemaakt als militair.
Joannes Baptist de van der Schueren (1755-1815), evenals zijn broer, Vincentius Franciscus Josephus ( 1762-1793), in de 2e helft van de 18e eeuw waren officiers in een Regiment Oranje-Nassau.
Ook de twee zonen van Joannes Baptist, Joannes Franciscus (1798-1880) en Ludovicus Joannes Hubertus (1800-1886), dienden vlak na de oprichting van de Staande Armee in 1814 bij respectievelijk de Cavalerie en Infanterie. Van Ludovicus is tevens bekend dat hij heeft deelgenomen aan de veldslagen bij Quatre Bras en Waterloo. Bij Koninklijk Besluit van 12 oktober 1831 werd Joannes Franciscus benoemd tot Ridder der Militaire Willems-Orde der 4e Klasse vanwege zijn verdienste als Kapitein in de 1e Compagnie van de Mobiele Bossche Schutterij tijdens de Tiendaagse Veldtocht. Hij is in rechte lijn een (over)-over-over-grootvader van de verderop genoemde Jan, Christiaan en Eduard.
In later tijd was Johannes Baptista Gerardus (1899-1990) van 1945 tot 1946 militair commissaris van Noord-Brabant, souschef Militair Gezag.
Vandaag de dag (anno 2016) is Jan H.A.J.M. de van der Schueren (1960) als Kolonel der Cavalerie werkzaam bij de Koninklijke Landmacht, Christiaan W.B. (1993) als aspirant-officier bij de Koninklijke Marechaussee, en Eduard T.A.J.M. (1968) als Luitenant-Kolonel bij de Koninklijke Luchtmacht. Deze laatste telg was tot 2016 werkzaam bij de Koninklijke Marine, waarbij hij o.a. het commando voerde over het patrouilleschip Zr.Ms. Holland (Hollandklasse) en de mijnenjager Zr.Ms. Makkum (Alkmaarklasse).
In 2016 hield de familie nog een reünie in het Maltezer Huis in Utrecht. Er zijn -anno 2016- nog 38 mannelijke nakomelingen en 45 vrouwelijke nakomelingen in leven. Hiervan wonen 13 heren en 17 dames in Frankrijk, Oostenrijk, Canada of Australië. Bij de reünie op 13 maart 2016 waren meer dan 50 personen aanwezig, waaronder de toenmalige “pater familias” Ludovicus (Wiet) die op 15 maart 2016 zijn 92-ste verjaardag viert, twee dames die zelfs de oversteek vanuit Australië voor deze reünie hadden willen maken en een nichtje uit Oostenrijk. De jongste deelnemer was op dat moment 4 jaar oud.
Wapenschild: In zilver drie halve blauwe lelies, de eerste bedekt door een rood vrijkwartier beladen met een gouden dubbelstaartige leeuw goud getongd, een half aanziende helm, een kroon van drie bladeren, dekkleden zilver en blauw, helmteken de leeuw van het vrijkwartier, uitkomend, maar rood getongd en genageld
Het archief
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1715-1947
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch