Apud Traiectum; indictione quinta, tercio nonas aprilis.
Wilhelmus (II, graaf van Holland), rooms-koning, aanspraak makende op de advocatie van de abdij van Berna voor het keizerrijk, neemt deze onder zijn bescherming en beveelt haar aan in die van Henricus (III), hertog van Brabant.
Apud Traiectum; indictione quinta, tercio nonas aprilis.
Wilhelmus (II, graaf van Holland), rooms-koning, aanspraak makende op de advocatie van de abdij van Berna voor het keizerrijk, neemt deze onder zijn bescherming en beveelt haar aan in die van Henricus (III), hertog van Brabant.
b. Eenv. afschrift op papier (ca. 1600); II. C. 2.
c. Gevidimeerd in een gezegelde Brusselse schepenakte van 22 nov. 1647; II. E. 6.
d. Afschrift in Groot-Ms. van Alkemade (1709), f.51v.
e. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.34.
f. Gedrukte tekst in O.B. De Fremery, nr. 100.
Nota. In de datering staat geen jaartal aangegeven; de indictie wijst op het jaar 1247, maar in oktober van dat jaar wordt graaf Willem pas tot rooms-koning gekozen; daarom toch 1248.