Feria quarta post festum beati Bartholomei apostoli.
Walramus van Benthem, heer van Hezewijc, en zijn eerstgeboren zoon Walramus oorkonden, dat tussen abt en convent van Berne en hem overeengekomen is, dat het klooster de novale tiende van Hezewijc en de kerk met alle vruchten en rechten zal bezitten, en dat de novale grond voor de poort van de uithof Bernheze tot aan de gracht van het goed van wijlen Gosuinus van Beke, voorzover [aan derden] geschonken door heer Walramus, aldus blijft geschonken, en dat het klooster het recht van naasting zal hebben ingeval van [verdere] verkoop van deze grond door hem of zijn erven; bovendien zal het klooster het recht blijven behouden om het vee van deze uithof en andere boerderijen en huizen bij de uithof binnen de parochie van Dijnter te laten grazen op de gement van Hezewijc; waarna zij alle rechten en vrijheden, bezit en schenkingen bevestigen, die vroeger zijn verworven van Albertus de Dijnter, ridder, en heer Amelricus van Heeswijc.
Feria quarta post festum beati Bartholomei apostoli.
Walramus van Benthem, heer van Hezewijc, en zijn eerstgeboren zoon Walramus oorkonden, dat tussen abt en convent van Berne en hem overeengekomen is, dat het klooster de novale tiende van Hezewijc en de kerk met alle vruchten en rechten zal bezitten, en dat de novale grond voor de poort van de uithof Bernheze tot aan de gracht van het goed van wijlen Gosuinus van Beke, voorzover [aan derden] geschonken door heer Walramus, aldus blijft geschonken, en dat het klooster het recht van naasting zal hebben ingeval van [verdere] verkoop van deze grond door hem of zijn erven; bovendien zal het klooster het recht blijven behouden om het vee van deze uithof en andere boerderijen en huizen bij de uithof binnen de parochie van Dijnter te laten grazen op de gement van Hezewijc; waarna zij alle rechten en vrijheden, bezit en schenkingen bevestigen, die vroeger zijn verworven van Albertus de Dijnter, ridder, en heer Amelricus van Heeswijc.
b. Gevidimeerd in de akte van 25 juli 1385 (reg. nr.425), maar dan in een verkorte versie, zoals die staat in de akte van de Bossche schepenen van dezelfde datum (reg. nr.131); zie nota bij het vidimus van reg. nr.425.
c. Eenv. afschrift op papier (ca.1400); 2e afd. A. li, map 9 nr.1a.
d. Gevidimeerd in de notariële akte van 20 april 1428 (reg. nr.502, voorl. nr.).
e. Afschrift in Bullarium van Roovers (ca.1630), blz.107.
f. 2 notariële afschriften van J. van Huppel (17e eeuw); 2e afd. A. 11, map 7 nrs.1a en 4.
g. Notarieel afschrift van Gijsbert Bosch, 1635; 2e afd. A. 11, map 7 nr.3.
h. Afschrift in G. van den Elsen, Ms. Heeswijk en Dinther, blz.73.
i. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, nr.94.
j. Gedrukte tekst in O.B. Camps, nr.766, waar gelukkig foutief staat vermeld, dat het origineel niet voorhanden zou zijn; zijn regest is aangaande het recht van weiden (laatste 3 regels) o.i. niet juist.