Int jair ons Heeren duysent vierhondert eenentsestich, drye daghe in Meerte.
Voor Peter die Bye en Willem Jan Beryssone, schepenen in het Hof ten Brake te Chaem, erkent Lijsbet Ghysbrechtsdochter Vander Eyck met Jan Aelbrechtssone haar man en voogd verkocht te hebben aan Margriet Claas Sterckendochter en vrouw van Hendrik Michielszoon één mudde rogge erfpacht, geërfd van Peter Jans Moelnerensoen, haar overleden man, naar inhoud van den schepenbrief van 7 Sept. 1436 (nr. 334).
Int jair ons Heeren duysent vierhondert eenentsestich, drye daghe in Meerte.
Voor Peter die Bye en Willem Jan Beryssone, schepenen in het Hof ten Brake te Chaem, erkent Lijsbet Ghysbrechtsdochter Vander Eyck met Jan Aelbrechtssone haar man en voogd verkocht te hebben aan Margriet Claas Sterckendochter en vrouw van Hendrik Michielszoon één mudde rogge erfpacht, geërfd van Peter Jans Moelnerensoen, haar overleden man, naar inhoud van den schepenbrief van 7 Sept. 1436 (nr. 334).
Op rugzijde : Geen aanteekeningen.
Afschrift : Cart. B, fol. 174 vso ; cart. C, fol. 125.