Door de nieuwe orde van 1816 is het archief te scheiden in een oud en nieuw gedeelte.
De totaal nieuwe opzet van het classikaal bestuur met voorschriften tot in details maken het geoorloofd, zelfs nodig om deze caesuur ook door te voeren in de inventaris.
De ruggengraat van het oud-archief zijn de acta. In dit notulenstelsel zijn de overige archiefbescheiden min of meer als bijlagen van deze serie te beschouwen. In de acta staan in chronologische volgorde en artikelsgewijs niet alleen hetgeen wat door de classikale vergadering als resolutie was aangenomen, maar ook de stukken "ad notam", dit zijn dikwijls minuten van brieven die tijdens de vergadering werden geconcipieerd en ook afschriften van stukken die waren binnengekomen bij de scriba. Een niet meer opvallend feit is, dat de bestanddelen van het oud-archief beter geconserveerd en bijeen zijn gebleven dan die van het nieuw-archief.
Al direct vanaf de oprichting van de classis was er grote zorg voor de archieven en de geheimhouding ervan: "Sullen alle de classikale schriften, boeken en monumenten werden bewaart in 't consistorium in een seekere kiste daertoe geapproprieert, dewelke sal gesloten worden met twee verscheidene sloten waarvan de sleutels sullen werden bewaart bij de twee oudtste predikanten van de stadt'. *
Deze classikale kist moest te allen tijde in aanwezigheid van minstens twee personen geopend worden. Ieder lid was gehouden zo spoedig mogelijk de stukken die tot het archief behoorden en door hem niet meer gebruikt werden, over te brengen in de kist op straffe van geen stukken meer onder zich te mogen hebben. Tevens werd een inventaris aangelegd en bijgehouden van al de archiefbestanddelen.
Bij het nieuw archief neemt de serie van de ingekomen en minuten van uitgegane stukken de voornaamste plaats in. Deze zijn gerangschikt volgens de nummers waaronder zij in de agenda zijn geboekt. In het besluit van 24 februari 1816 werd nauwkeurig voorgeschreven hoe met de agenda gehandeld moest worden. * De eerste jaren werd hier nauwkeurig de hand aan gehouden. Later is men slordiger geworden. Bij zaken van langdurige aard ging men over tot de vorming van dossiers, welke wel in de agenda staan vermeld maar niet meer in de serie der ingekomen en minuten van uitgegane stukken voorkomen. Aan deze ordening is echter niet getornd omdat de dossiers als zodanig een afgerond geheel vormen en meestal gaan over geschillen tussen predikanten en de classis en als zodanig als geheime documenten door de. scriba gescheiden werden gehouden van het meer openbare deel. Bundels, die kennelijk later zijn gevormd dan ze zijn ontstaan, zijn door mij uiteengenomen en weer gevoegd op hun oorspronkelijke plaats.
Op voorstel van de beheerder van het archief, de heer J. Wisse, werd dit archief op 27 december 1967 in bewaring gegeven door het moderamen van de classikale vergadering aan de Rijksarchivaris in Noord-Brabant. *
J. Vriens, 1969
Kenmerken
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.
Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.