A. Stukken van algemene aard.
B. Stukken betreffende afzonderlijke onderwerpen.
C. Afzonderlijk gedeponeerde archieven.
1. In eerste instantie werd de hoofdindeling van de basisarchiefcode gevolgd.
2. Waar deze indeling niet haalbaar of logisch was, werden extra hoofdstukken gemaakt.
3. Per hoofdstuk is voor een verdere onderverdeling gebruik gemaakt van een van de volgende vier mogelijkheden:
a. Per kerkdorp en dan per kerkdorp chronologisch.
b. Alfabetisch-lexicografisch op trefwoord, b.v. BAATbelasting komt voor HONDENbelasting en daarna per trefwoord chronologisch.
c. In duidelijk verschillende blokken, bijvoorbeeld de Raad, Burgemeester en Wethouders, Burgemeester.
d. Chronologisch bij gebrek aan een duidelijk zichtbare onderverdeling.
Kenmerken
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.
Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.