Aan het begin van de negentiende eeuw leefden de c. 900 inwoners van Ravenstein van kleinschalige huisnijverheid en de handel met het omliggende platteland.
Het is een arm stadje, ontdaan van zijn vroegere functies en glorie na de opheffing van het Land van Ravenstein waarvan het de hoofdstad is geweest.
Maar in de loop van de negentiende eeuw komen nieuwe mogelijkheden. Door de industriële revolutie komt er nieuwe bedrijvigheid (b.v. de schoenfabriek van Suermondt 1852, de meel- en graanhandel van Meulemans vanaf 1886) in het stadje met de nodige werkgelegenheid. Stoomkracht doet zijn intrede. Een spoorwegnet wordt aangelegd. In 1881 (4 jun) wordt Ravenstein voor de buitenwereld ontsloten door de opening van de nieuwe lijn Tilburg-Den Bosch-Nijmegen.
Men gaat landelijk o.m. in sociëteiten netwerken om voordeliger zaken te bespreken.
Waarschijnlijk houden de notabelen en heren van sociëteit Oranje hun bijeenkomsten in hotel "Keurvorst van de Paltz" te Ravenstein. Men spreekt er over cultuur, politiek en zaken onder het genot van een goede sigaar en men organiseert er lezingen enz. om het peil van de leden en hun introducés op hoger niveau te brengen.
Een dergelijke sociëteit was geen unicum. Ook in andere plaatsen zijn ze in de loop van de 19de eeuw ontstaan als culturele ontspanningsverenigingen vaak door en voor licht elitaire groeperingen in de samenleving. Men sprak in plaats van een sociëteit ook wel van een koffiehuis.
Zo bestonden in Veghel (Concordia 1840), Sint-Oedenrode sociëteit De Unie (1876) en in Uden de sociëteit Nimrod (1881). In Den Bosch waren zeker 5 sociëteiten bekend o.m. de Harmonie (1763), Amicitia (1783), de Zwarte Arend (1809) en de Unie (1827) en Casino (1828).
In Den Haag ontstond De Witte (1802), in Utrecht De Vereeniging (1869), enz.enz.
Niet al deze mensen wonen in Ravenstein. Men komt niet alleen van de omliggende dorpen en steden, maar ook van Amsterdam, Brussel, Den Haag, Eindhoven, Emmerich, Hannover, Kleef, Leiden, Maastricht, Mechelen, Middelburg, Parijs, Rotterdam, Utrecht.
Een aantal heren uit Ravenstein e.o. vindt men terug in de archiefstukken van Liedertafel en Zangvereniging Ravo's Lust.
Zo was Auguste Wils enkele keren introducé. Deze roemruchte familie stamt uit Ravenstein.
Auguste Wils werd geboren te Ravenstein op 30 april 1847. Hij werd op 14 oktober 1865 pauselijk zouaaf en werd per 20 augustus 1870 bevorderd tot luitenant. Hij streed in de slag van Mentana in 1867 en sloot zich na de capitulatie van Rome in 1870 met zijn jongere broer lgnace Wils aan bij de Franse oud-zouaven, die in de pas uitgebroken oorlog (1870-1871) hun vaderland tegen Duitsland te hulp snelden. Toen lgnace in 1873 sneuvelde bij het beleg van Igualada, volgde Auguste Wils zijn broer op als commandant van de Carlistische zouaven in Spanje. in 1974 keerde hij naar Nederland terug, vestigde zich te 's-Gravenhage en daarna te Dordrecht In 1894 wist hij de verschillende locale bonden te verenigen tot de Algemene Nederlandse Zouavenbond, waarvan hij jarenlang voorzitter was. Hij was Ridder van St. Gregorius de Grote, ontving het Mentanakruis, de gouden medaille Bene Merenti en de medaille der Franse veldslagen met de ster van verdiensten. Wils overleed te Dordrecht op 10 februari 1919
Kenmerken
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.
Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.