Andreas die Lu en Johannes Kepken, schepenen in 's-Hertogen-bosch, getuigen dat Hendricus, zoon van wijlen Gerardus Dirxsoen een jaarlijkse erfpacht overgedragen heeft van twee mud rogge van de maat van Erp, die Arnoldus zoon van wijlen Bartholomeus Arntssoen aan genoemde Henricus elk jaar moest betalen op Purificationis beate Marie Virginis (2 februari) uit een huis, hofstad en veld, zijn erffenissen, gelegen in de parochie van Erp naast het erfgoed van Hendricus Gruyters en Henricus Gloeriensoen en anderen en de gemeint, welke goederen Arnoldus zoon van wijlen Bartholomeus Arntssoen gekocht had van Hendrik voor deze pacht, aan Heilwigis, weduwe van Wilhelmus van den Elzen, Johannes, Arnoldus en Wilhelmus, hun kinderen en aan Remboldo, zoon van Johannes Hillensoen, en aan Henricus zoon van Gerardus van der Voert. Datum: secunda die mensis martii anno Domini millesimo quadrigantesimo quadragesimo sexto. Latijn; akte op perkament, 2 zegelstaarten, 1 zegel fragment. Inv.nr. 1077
Andreas die Lu en Johannes Kepken, schepenen in 's-Hertogen-bosch, getuigen dat Hendricus, zoon van wijlen Gerardus Dirxsoen een jaarlijkse erfpacht overgedragen heeft van twee mud rogge van de maat van Erp, die Arnoldus zoon van wijlen Bartholomeus Arntssoen aan genoemde Henricus elk jaar moest betalen op Purificationis beate Marie Virginis (2 februari) uit een huis, hofstad en veld, zijn erffenissen, gelegen in de parochie van Erp naast het erfgoed van Hendricus Gruyters en Henricus Gloeriensoen en anderen en de gemeint, welke goederen Arnoldus zoon van wijlen Bartholomeus Arntssoen gekocht had van Hendrik voor deze pacht, aan Heilwigis, weduwe van Wilhelmus van den Elzen, Johannes, Arnoldus en Wilhelmus, hun kinderen en aan Remboldo, zoon van Johannes Hillensoen, en aan Henricus zoon van Gerardus van der Voert. Datum: secunda die mensis martii anno Domini millesimo quadrigantesimo quadragesimo sexto. Latijn; akte op perkament, 2 zegelstaarten, 1 zegel fragment. Inv.nr. 1077