Johannes Lauman zoon van Johannes en Goeswinus Toeline, schepenen in 's-Hertogenbosch, getuigen, dat Gerardus die Fraey aan Gerardus van Groetel een jaarlijkse erfpacht verkocht heeft, groot dertien vat rogge van de maat van Erp, jaarlijks te leveren op Purificationes beate Marie virginis (2 februari) in Erp bij de brug uit een wei, gelegen in de parochie van Erp op een plaats genaamd Spauwen, tussen het erfgoed van Henricus, zoon van genoemde Gerardus die Fraey aan de ene zijde, en dat van de erven wijlen Arnoldus Heyen en de kinderen wijlen Ludovici van den Berge aan de andere zijde; alsmede uit een kamp, gelegen in dezelfde parochie op een plaats genaamd dat Oude Velt, tussen het erfgoed van Johannes Snavel aan de ene zijde en de geraeint aan de andere zijde. De garantie wordt door Gerardus die Fraey mede gegeven namens zijn zoon Henricus. Dit alles onder voorwaarde, dat na de dood van de koper, van Margareta, dochter wijlen Leonius van Ponsendael, van Margareta, dochter van Leonius, zoon van Leonius, dezen die pacht zullen bezitten, en na hun dood zal overgaan naar de tafel van de H.Geest in Erp, waarvoor de meesters van deze tafel ten tijde van de jaarlijkse processie voor de vruchten der aarde bij het Hagelcruys zullen verdelen onder de bedelende armen. Datum: decima quarta die mensis octobris anno Domini millesimo CCCCmo quinquagesimo quinto. Latijn; akte op perkament, een zegelstaart en beide zegels verloren. Inv.nr. 1077
Johannes Lauman zoon van Johannes en Goeswinus Toeline, schepenen in 's-Hertogenbosch, getuigen, dat Gerardus die Fraey aan Gerardus van Groetel een jaarlijkse erfpacht verkocht heeft, groot dertien vat rogge van de maat van Erp, jaarlijks te leveren op Purificationes beate Marie virginis (2 februari) in Erp bij de brug uit een wei, gelegen in de parochie van Erp op een plaats genaamd Spauwen, tussen het erfgoed van Henricus, zoon van genoemde Gerardus die Fraey aan de ene zijde, en dat van de erven wijlen Arnoldus Heyen en de kinderen wijlen Ludovici van den Berge aan de andere zijde; alsmede uit een kamp, gelegen in dezelfde parochie op een plaats genaamd dat Oude Velt, tussen het erfgoed van Johannes Snavel aan de ene zijde en de geraeint aan de andere zijde. De garantie wordt door Gerardus die Fraey mede gegeven namens zijn zoon Henricus. Dit alles onder voorwaarde, dat na de dood van de koper, van Margareta, dochter wijlen Leonius van Ponsendael, van Margareta, dochter van Leonius, zoon van Leonius, dezen die pacht zullen bezitten, en na hun dood zal overgaan naar de tafel van de H.Geest in Erp, waarvoor de meesters van deze tafel ten tijde van de jaarlijkse processie voor de vruchten der aarde bij het Hagelcruys zullen verdelen onder de bedelende armen. Datum: decima quarta die mensis octobris anno Domini millesimo CCCCmo quinquagesimo quinto. Latijn; akte op perkament, een zegelstaart en beide zegels verloren. Inv.nr. 1077