Op Sente-Jansdach Baptiste in den Zomer, doe hi gheboren waert.
Claus en Aernt van der Dussen, gebroeders, oorkonden dat
1. zij van heer Gotscalc van Veen, abt van Berne, alle akten in dank hebben terugontvangen, door wijlen hun vader Aernt van der Dussen, ridder, hem in bewaring gegeven;
2. zij beloven, in geval hun broer Jan van der Dussen of iemand anders "uyt sinen cloester" deze akten opvraagt om ermee te procederen - dit met medeweten van Aernt, die in Muylkerc woont dat zij de abt zullen vrijwaren en eventueel schadeloos stellen;
3. zij ermee akkoord gaan, dat ev. Jan van der Dussen of iemand door hem gemachtigd met hen beiden de goederen verdeelt, met inbegrip van de goederen, die Jan al in bezit heeft;
4. wanneer de prior en het klooster van Jan met zijn toestemming aan Claus en Aernt een bewijsstuk geven dat ontlastend is voor de abt van Berne, zij beiden beloven dit bewijsstuk aan de abt te geven, zodat hij zich kan verdedigen tegen ev. moeilijkheden; waarna dan de abt de vroegere akten met beloften hunnerzijds aan hen zal teruggeven, zodat zij hieraan verder niet gehouden zijn.
Op Sente-Jansdach Baptiste in den Zomer, doe hi gheboren waert.
Claus en Aernt van der Dussen, gebroeders, oorkonden dat
1. zij van heer Gotscalc van Veen, abt van Berne, alle akten in dank hebben terugontvangen, door wijlen hun vader Aernt van der Dussen, ridder, hem in bewaring gegeven;
2. zij beloven, in geval hun broer Jan van der Dussen of iemand anders "uyt sinen cloester" deze akten opvraagt om ermee te procederen - dit met medeweten van Aernt, die in Muylkerc woont dat zij de abt zullen vrijwaren en eventueel schadeloos stellen;
3. zij ermee akkoord gaan, dat ev. Jan van der Dussen of iemand door hem gemachtigd met hen beiden de goederen verdeelt, met inbegrip van de goederen, die Jan al in bezit heeft;
4. wanneer de prior en het klooster van Jan met zijn toestemming aan Claus en Aernt een bewijsstuk geven dat ontlastend is voor de abt van Berne, zij beiden beloven dit bewijsstuk aan de abt te geven, zodat hij zich kan verdedigen tegen ev. moeilijkheden; waarna dan de abt de vroegere akten met beloften hunnerzijds aan hen zal teruggeven, zodat zij hieraan verder niet gehouden zijn.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, apart op blz.305.
Nota 1. Het is onbekend, tot welk klooster Jan van der Dussen behoorde: mogelijk tot dat van Eemstein bij Almkerk.
Nota 2. In het origineel is in het begin van regel 7 blijkbaar het woordje "nyet" vergeten; lees dus: "nyet meer te eysschen".