Over de geslachten Van de Mortel en De la Court is reeds geschreven in diverse publikaties. * Dit overzicht bevat slechts gegevens die van belang zijn voor het raadplegen van de inventaris van het familiearchief Van de Mortel- De la Court.
In 1896 werd in 's-Hertogenbosch het huwelijk gesloten tussen jonkvrouwe Cecilia de la Court, dochter van jonkheer Josephus de la Court, heer van Onsenoort en Nieuwkuijk, en Joannes van de Mortel. Dit huwelijk vormde de basis voor de latere vereniging van de archieven van de families Van de Mortel en De la Court. Beide geslachten stammen uit de Belgische provincie Limburg. *
In het midden van de 18de eeuw vestigde de familie De la Court zich in Nederland, eerst in Gemert en later in 's-Hertogenbosch. In 1753 werd Peter de la Court benoemd tot sekretaris, later tot drossaard en schout van Gemert. Zijn zoon Paulus de la Court, in 1760 te Gemert geboren, vestigde zich in 1787 als advokaat in 's-Hertogenbosch. De start van een veelzijdig politiek leven kwam voor hem na de bezetting van Staats-Brabant door de Fransen. *
Paulus was gehuwd met Maria Johanna van Bommel. * In 1823 werden hij en zijn nakomelingen verheven in de adelstand met het predikaat jonkheer, jonkvrouw. * Leopoldus de la Court was evenals zijn vader Administrateur van 's-Rijksschatkist in Noord-Brabant. Hij huwde Julia Halfwassenaer van Onsenoort. * Hun oudste zoon Joseph was de vader van genoemde Cecilia de la Court en van Arnold en Emanuel de la Court, die beiden ongehuwd stierven. Arnold liet zijn bezittingen na aan de universele erfgenaam Jan van de Mortel.
In de inventaris zijn genealogische overzichten opgenomen van de familie Van de Mortel (blz. 7), de familie De la Court (blz. 59 en 60) en van de aanverwante families Halfwassenaer (blz. 122), Van Bommel (blz. 85), Vercamp (blz. 93), Van Kessel (blz. 105 en 106) en Van Engelen (blz. 131). Tevens is onder inventarisnummer 2056 een kwartierstaat opgenomen van de familie Van de Mortel. De genealogische overzichten en de kwartierstaat werden vervaardigd door mevrouw P. Kroes. (Zie de bijlagen in deze inleiding. BHIC)
Het landgoed Baast is gelegen in Oost-, West- en Middelbeers, Diessen en Oirschot. De eerste vermeldingen van het landgoed staan in verband met de abdij van Tongerloo, die in 1207 het patronaat van de Andreaskerk in Oostelbeers verkreeg. * In de jaren daarop volgend breidde deze abdij haar grondgebied uit in de streek rond Oostel-beers. De oudst bekende vermelding van het landgoed Baast dateert uit 1317. * De naam Baast ziet men ook wel vermeld als huis of landerijen "te Baast", landhuis "de Baast" en "Baasterhoeve". Een van de hoeven, die in een verkoopakte van 1774 van het landgoed met naam genoemd wordt, droeg de naam van de Baasterhoeve of Bisschopshoeve. * Het landhuis zelf werd toen "Den Spijcker" genoemd. Sinds enige jaren spreekt men van het landgoed Baest, het Huis te Baest en de boerderijen worden genoemd de Baesterhoeven.
In 1774 verkochten Jan Hendrik van der Does en zijn echtgenote Margeretha Bosschart voor schepenen van 's-Hertogenbosch het landgoed aan Johan van Bommel. Het landgoed werd omschreven als: "De Heerenhuysinge genaamt den Spijcker met zijne hove en gronden met de twee considerabele groote daarbij gehoorende hoeven lands van ouds genaamt de Baaster- of Bisschopshoeven, waarvan de voorste gebruyckt wordt bij Joseph Dirk Merks en de agterste bij Jan van Antwerpen". *
Paulus de la Court had vier kinderen, Cornelia, Josephus, Johanna en Leopoldus. Cornelia en Josephus stierven kinderloos in respektievelijk 1831 en 1842. Na het overlijden in 1847 van Johanna deed haar man Louis Prosper Meunier afstand van zijn rechten op het landgoed ten gunste van zijn schoonvader Paulus. * Na het overlijden van Paulus in 1848 werd Leopoldus dan ook eigenaar van het hele landgoed. Zijn zoon Willem volgde hem op. In 1913 moest hij enige percelen land afstaan voor de aanleg van het Wilhelminakanaal, waardoor het landgoed in tweeën gedeeld werd. In hetzelfde jaar overleed hij en liet het landgoed na aan Arnold en Emanuel de zonen van zijn overleden broer Joseph. Tussen deze twee broers zou een boedelscheiding plaats vinden, maar tijdens de onderhandelingen in 1917 stierf Emanuel. Arnoldus overleed in 1932; evenals Emanuel was hij kinderloos. Het landgoed verviel toen aan zijn neef Jan B.V.M.J. van de Mortel. Diens zoon Jan Hein van de Mortel is nu eigenaar van het landgoed Baast.
De heerlijkheid Onsenoort en Nieuwkuijk is slechts voor korte tijd in het bezit geweest van de familie De la Court. Het zou te ver voeren hier uitgebreid op de geschiedenis van deze heerlijkheden in te gaan. *
De heerlijkheid kwam in het bezit van de familie De la Court door het huwelijk in 1833 van Leopoldus de la Court en Julia Halfwassenaer van Onsenoort. Julia Halfwassenaer kreeg de bezitting na de dood van haar broer Franciscus in 1853. * Haar grootvader, Bernardus was in 1771 gehuwd met Petronella van Engelen. * In 1808 werd hij door koning Lodewijk Napoleon tot ridder der Unie benoemd onder de naam Halfwassenaer van Onsenoort. * Bernardus erfde de heerlijkheid van zijn vader Joannes, zoon van Adam en Sophia van der Linden, die in 1743 de heerlijkheid gekocht had van Philips Hoeuft. *
Kenmerken
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.
Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.