Archieven

7 Francis Voet, kerkmeester van Deursen; Johannis [Na s], kerkmeester van Dennenburg, alsmede Antonij Kronen en Dirk Reijs, armmeesters van Deursen en Dennenburg met consent van hun pastoors verpachten ten overstaan van schepenen van die gemeenten aan de meestbiedende voor periode van 6 jaar bouw- hooi- en weiland als aan kerk en armen toebehoren. Betreft te Deursen: het Ooijakkers aan Michiel Voet; haverland op den Dennenburger weide aan Jan Smits; het Kerkehoofke en de Run aan Heijmerik Kuijpers; het Klootje en Winkelke aan Gerardus van de Zand; den Hensenberg aan Gerardus van de Zand; de Kerkekamp aan de Kleinbrug aan Cornelis Hoes; de Ganshurk aan Antoon Cronen; het Hoofakker aan Peter Duijs; bouwland tegen Sint Antonies hoofke aan Ignatius de Vlam; het Loijent aan Aart Voet; Dirk van Gelderskamp aan Jan Vesters; Antonishoofke aan Vincent van de Rijt; de Dorre weijde aan Cornelis van de Burgt; de Lagen Vrouwenberg aan Heijmerik Kuijpers; de Pepervlaam aan Willem van Kessel; perceel genaamd de Wekers aan Heijmerik Kuijpers; landerijen van de Armen van Deursen en Dennenburg: Egelspoel aan Michiel Voet; het Roeffelt of Muffelt aan Dries van Uden; het Asselt aan Hendrik van de Camp; de Vlasheuvel aan Johannes Schutselaars; de Gijsheuvel aan Thijs Heijnen; landerijen van de kerk van Dennenburg: de Kerkenbulk aan F. van den Heuvel; land dat niet geweid mag worden aan Antoon Cronen; deel in de Pepervlaam aan Peter Duijs; de Grinde aan Gerardus Roeters; de Beetkamp tot Haren aan Cornelis van de Burgt; haverland in de Lege Kamp aan Aart Voet.

6 De burgemeesteren van Herpen en vijf Maasdorpen besteden aan de minst-aannemende aan de opzicht van de Ravensteinse sluis gelegen in de Megensche dijk, alsmede het onderhouden van de daartoe behorende dijk en zulks voor de tijd van 2 jaar. Wordt aangenomen door Jan Dorus van Schadewijk, met als borgen Peter van Eck en Peter van Erp.

5 Het gemeentebestuur dezer stad verpacht aan de meestbiedende het straatslijk van deze stad voor de tijd van 1 jaar van nu tot april 1806.

4 De heer pastoor en kerkmeesters van Roomse kerk van Ravenstein verpachten aan meestbiedende het Schaaijks Kampke gelegen te Langel in den Haakert voor periode van 5 jaar.