De inlijving bij Frankrijk bracht voor de belastingdienst opnieuw veranderingen met zich en dit, nadat de grote belastinghervorming van minister Gogel uit 1805 al voor de nodige ingrijpende wijzigingen had gezorgd. In elk departement kwam aan het hoofd van de belastingdienst een directeur van de directe belastingen te staan. Het oostelijk deel van het huidige Noord-Brabant viel onder het departement van de Monden van de Rijn, met 's-Hertogenbosch als hoofdstad. Het westelijk deel (Breda en Bergen op Zoom) viel onder het departement van de Twee Nethen, met Antwerpen als hoofdstad. De directeur der directe belastingen in een departement werd terzijde gestaan door een inspecteur voor de controle en een ontvanger-generaal (receveur-général) voor de inning. Deze laatste had de verantwoordelijkheid voor het regelmatig ontvangen van de directe belastingen in het gehele departement en voor het goed functioneren van alle onder zijn leiding staande ontvangers binnen dat departement. Hij was tevens belast met de ontvangst van de indirecte belastingen. Onder de receveur-général stonden de receveurs-particulier, in ieder arrondissement één. In het departement van de Monden van de Rijn waren er drie arrondissementen, namelijk Eindhoven, 's-Hertogenbosch en Nijmegen. De receveur-général was tevens receveur-particulier voor het arrondissement 's-Hertogenbosch. Onder de receveurs-particulier stond een groot aantal ondergeschikte plaatselijke ontvangers (percepteurs) en gaarders. De functie van receveur-général, tevens receveur-particulier te 's-Hertogenbosch werd bekleed door Mr. Paulus Emmanuel de la Court, voormalig landdrost van Brabant. Na het verdwijnen van de Franse heerschappij kwam er een eigen Nederlandse belastingdienst tot stand die veel geleek op de Franse.

De liquidatie van het beheer van De la Court als receveur-général geschiedde pas in 1832.