skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Arnout van Erp
Arnout van Erp Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Arnout van Erp
Arnout van Erp Bhic

Archieven

7053 Parochie H. Lambertus Escharen, 1414-1990

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historie
7053 Parochie H. Lambertus Escharen, 1414-1990
Inleiding
Historie
Geschiedenis van de parochie.

Geschiedschrijving over de kerk, zeker voor 1800, is aan de hand van het parochiearchief nauwelijks mogelijk. Veel informatie over de geschiedenis van zowel het dorp als de kerk moet worden gehaald en geïnterpreteerd uit andere bronnen. De inventaris van dit archief is niet de plaats om verslag te doen van een uitgebreide bronnenstudie. Ik zal in het kort een historisch overzicht geven van de Escharense parochie Sint Lambertus.

De 14e en 15e eeuw

Een van de eerste schriftelijke bronnen waarin wordt gesproken van een kerk te Escharen is een testament van Jutta van Nassau, weduwe van Jan I heer van Cuijk, uit 1312. Zij doet schenkingen aan een aantal kerken in het Land van Cuijk, waaronder die van "Esceren". Escharen had dus in ieder geval in het begin van de 14e eeuw een eigen kerk,.
Het oudste stuk dat ik heb aangetroffen in het parochiearchief hoort daar niet thuis. Het gaat om een notariële akte uit 1414 waarin een machtiging tot overdracht van een beneficie wordt geregeld. Aangezien het gaat om een machtiging aan een kanunnik van het kapittel van de Sint Elisabethskerk te Grave, niets met de Sint Lambertuskerk te maken hebbend, zou het stuk eerder thuishoren in het Graafse kapittelarchief.
Het op een na oudste stuk is ook heel interessant. Het gaat om een akte gepasseerd voor de laatbank van Escharen in 1463. Van deze lokale rechtbank zijn geen stukken uit die tijd bewaard gebleven. De reden dat dit stuk in het parochiearchief is terechtgekomen is onbekend. Onder het hoofdstuk van de verantwoording van de inventarisatie zal ik hier verder op ingaan.
De kerk van Escharen heeft vele eeuwen kapelletjes gehad die onder haar competentie vielen. Escharen was volgens Schutjes de moederkerk van de kapellen te Gassel, Tongelaar, Hall en mogelijk zelfs Grave,. In het begin van de 19e eeuw werd Gassel met Tongelaar verheven tot een eigen parochiekerk. Grave had al eeuwen een eigen parochiekerk. Sterker nog Escharen kwam zelfs in de vijftiende eeuw onder het kapittel van Grave te vallen. Daarover gaat ook het oudste stuk wat betrekking heeft op de parochie zelf. Het is een akte uit 1486, waarin Rooms Keizer Maximiliaan van Habsburg en de Brabantse hertog Philips de Schone op ver¬zoek van het kapittel van de Sint Elisabethskerk de parochie Sint Lambertus onder haar competentie laten vallen en de inkomsten van de kerk te Escharen aan haar toewijzen. Aangezien het gaat om een handeling ten behoeve van het kapittel hoort het stuk eigenlijk in het archief van deze instelling thuis. Het stuk is volgens oud-archivaris drs. H. Douma in het particulier bezit geweest van de familie Walter-Verberne en door schenking in het Escharense parochie-archief terechtgekomen 3. Het stuk zelf bevat de aantekening dat het op 3 juni 1893 door F.X. Walter is geschonken aan de zeereerwaarde heer J.H. Verberne, pastoor te Escharen4. Niet alleen dit charter werd toen geschonken. Ook de bevestiging, of beter gezegd de erkenning van de incorporatie door de nieuwe Keizer van het heilige Roomse Rijk Karel V en hertog van Brabant in 1526 was onderdeel van die schenking.
De 16e, 17e en 18e eeuw

De zestiende, zeventiende en achttiende eeuw leveren weinig bronnenmateriaal op. De periode van de tachtigjarige oorlog was een woelige tijd voor dit gebied. De kerk van Escharen viel evenals vele andere Zuid-Nederlandse parochies tot 1559 onder het bisdom Luik. In dat jaar besloot de Spaanse koning Philips LI in samenspraak met de Heilige Stoel te Rome tot een nieuwe indeling van de bisdommen vallend onder zijn gebied als landheer. Escharen behoorde vanaf dat moment bij het nieuwe bisdom Roermond. Een belangrijke redenen voor dit besluit was, dat men wilde proberen om zo meer grip te krijgen op dit kleine bevolkingsrijke gebiedje met z'n verschillende taalgroepen en vele instellingen en privileges. Dit belemmerde de bevolking in haar verkeer met haar bisschoppen. Daar kwam nog bij dat het gebied aan vele kanten werd omgeven door "ketterse" en "afvallige" buurten, zo schrijft Habets over de pauslijke Bul uit 1561, die een en ander nader regelde (5).
In 1588 werd de stad Grave door Spaanse troepen op de legers van de leiders van de opstand veroverd. Het was een tijd waarin het oude en het nieuwe geloof streden om de hegemonie van hun positie. Onderdrukking van de aanhangers van de tegenpartij is vanaf die tijd eeuwenlang heel normaal geweest, zowel van de katholieke als de calvinistische zijde. De stad Grave en omstreken waren sinds 1588 weer katholiek. In 1602 belegerde prins Maurits met z'n Staatse troepen Grave, waardoor de stad en het land definitief in handen kwamen van de Staten Generaal. Deze situatie heeft geduurd, uitgezonderd de rampjaren 1672-1674, tot de komst van de Franse troepen in 1794. Met de vrede van Munster in 1648 werd het belijden van de Rooms Katholieke godsdienst in de gebieden vallend onder de generaliteit heel moeilijk. De kerken en eigendommen vervielen aan de hervormden. Voor het belijden van de godsdienst moesten de Escharense parochianen de eerste decennia na 1648 in het Land van Ravenstein ter kerke gaan. Toen de Fransen in 1672 de parochianen verlichting van de strenge plakkaten brachten, bouwde men in Escharen een schuurkerk. De situatie van onvrijheid voor niet calvinistische kerkgenootschappen en de calvinisten die de remonstrantie waren toegedaan bleef voortbestaan tot de inval van de Fransen in 1794. Vrijheid van godsdienst was toen het parool. Met de bevoorrechte positie van de Nederduyts Gereformeerde Kerk was het gedaan. Vele voormalige bezittingen van de Rooms Katholieke kerk moesten door de gereformeerden worden teruggegeven aan de rechtmatige eigenaren.
De 19e en 20e eeuw

Zoals gezegd viel de parochie sinds 1559 onder het bisdom Roermond. In de negentiende eeuw kwam hierin verandering. Eeuwenlang werd volgehouden dat Nederland een protestantse natie was, waarin katholieken een uit edelmoedigheid gevormde minderheid vormden 6. De invoering van de grondwet van Thorbecke in 1848, waarin voor het eerst de vrijheid van godsdienst werd geregeld, gaf de katholieke kerk de mogelijkheid tot instelling van vier nieuwe bisdommen in 1853. Voor Oost en Midden Brabant kwam er het bisdom 's-Hertogenbosch. Na eeuwenlang als missiegebied te zijn beschouwd door het kerkelijk gezag in Rome werd de Rooms Katholieke kerk in Nederland weer als volwaardig beschouwd. Zowel de kerkelijke gezagsdragers als de Nederlandse overheid namen immers in deze formele standpunten in. Feitelijk was er op dat moment natuurlijk nog niet echt sprake van een gelijkwaardige positie vergeleken met die van het Gereformeerde volksdeel in het Noorden des lands. De emancipatie van de Rooms Katholieken kwam pas enige decennia later op gang en zou nog de nodige tijd en moeite kosten om haar beslag te krijgen in de loop van de twintigste eeuw.
Organisatorisch valt de parochie al sinds mensenheugenis onder het dekenaat Cuijk. De pastoor van Cuijk is dan ook tevens deken van de parochie Sint Lambertus.
Kerkgebouw

Op donderdag 9 april 1863 werd een begin gemaakt met de bouw van een nieuw kerkgebouw ter vervanging van de oude schuurkerk. De bouw duurde een jaar. Op 11 april 1864 werd de nieuwe kerk door Mgr. de la Geneste ingezegend. Dan gaan er jaren voorbij waarin aan de kerk weinig onderhoud wordt gepleegd. De kerk is in een zeer vervallen staat zo valt uit de woorden van de in 1888 benoemde pastoor Verberne op te maken 7. Gedurende de jaren 1889-1893 waren diverse vernieuwingen aangebracht. Op 26 juni 1893 werd de renovatie van het godshuis afgesloten met de consecratie door de bisschop van 's-Hertogenbosch Mgr. Van der Ven.
Bijna veertig jaar later is de kerk toe aan een grondige verbouwing. De kerk was te klein geworden. In 1931 ging men over tot de uitbreiding aan de noordzijde van het gebouw. De werkzaamheden werden verricht door aannemer Vaassen uit Vught. Na de verbouwing werd het sterk verouderde interieur vernieuwd. Er kwam een nieuw doopvont. Verder werd een prachtig nieuw zijaltaar opgericht, toegewijd aan de Heilige maagd Maria. Dit alles uitgevoerd met Limburgse zandsteen, evenals de nog in bewerking zijnde nieuwe preekstoel, zo schrijft de Graafsche Courant op 3 februari 19328.
In 1953 kreeg de Berlicumse beeldhouwer Geurtjens de opdracht tot het maken van een Madonnabeeld. Het was de bedoeling die te plaatsen in een nieuw te bouwen Mariakapel. De plannen voor de nieuwe kapel gingen uiteindelijk niet door. Het Madonnabeeld werd elders in de kerk geplaatst.
In 1965 onderging de kerk opnieuw een grondige renovatie. Alles werd aangepakt door middel van verbouwing, restauratie of alleen een kwastje verf. Een van de aanleidingen daarvoor was de uitkomst van het Tweede Vaticaanse Concilie. De priesters zouden in het vervolg de mis gaan opdragen in de volkstaal en met het gezicht naar de gelovigen toe. Het altaar werd daarom vervangen en verplaatst door een eenvoudigere vorm. De communiebank en zij-altaren verdwenen.
Onderwijs

Vergeleken met de negentiende eeuw is er de afgelopen honderd jaar in het onderwijs veel veranderd. In de vorige eeuw was het onderwijs op het platteland meestal een zaak van de overheid. Het openbaar lager onderwijs zorgde er in de loop van de 19e eeuw voor dat een steeds groter deel van de bevolking een gedeelte van zijn of haar leven op school doorbracht. Daar moeten we ons niet bij voorstellen dat kinderen vanaf hun zesde tot aan 18e naar school gingen. Meestal gingen de kinderen enkele jaren een aantal maanden naar school. Eind 19e eeuw doen steeds meer scholen voor bijzonder onderwijs hun intrede. Zo ook in Escharen. Deze scholen hadden niet zoals met openbare scholen het geval was, financiële ondersteuning van de overheid. Ze waren aangewezen op de kerk en de goedgunstigheid van particulieren. Pas in 1920 kwam er met de nieuwe wet op het lager onderwijs een gelijkstelling tussen het openbaar en het bijzonder onderwijs.
In tegenstelling tot de openbare scholen bleef het bestuur van het Rooms Katholiek onderwijs in handen van de kerk. Uiteindelijk werd het besturen van een school steeds meeromvattender en ingewikkelder. Daarnaast werd de overheidsinvloed steeds groter. Het is dan ook niet vreemd dat er door de parochies in de gemeente Grave een aparte stichting van de grond werd geholpen, die het Rooms Katholieke onderwijs ging regelen. De overdracht van het Escharense lager- en kleuteronderwijs door de Sint Lambertus aan de Stichting Katholiek Onderwijs Grave werd in de jaren 1974-1976 geregeld.
Rooms Katholiek Armbestuur

Financiële en materiële ondersteuning was voor de invoering van de Algemene Bijstandswet in 1965 een zaak van de burgerlijke- en kerkelijke armbesturen. Aanvankelijk stelde dit allemaal niet zoveel voor. De mensen die niet konden rondkomen kregen pas "onderstand" als het echt niet meer ging. Het was bedoeld als verzachting van de allerergste armoede. Tegenwoordig zouden we zeggen: "Teveel om van dood te gaan en te weinig om van te leven". Ook de parochie Escharen kende zo'n kerkelijk armbestuur.
Het armbestuur had voor haar uitgaven inkomsten nodig. Deze haalde zij uit giften van particulieren, opbrengsten uit de verpachtingen van onroerend goed en beleggingen in effecten. Voor het financieel beheer moest verantwoording worden afgelegd aan het bisdom van 's-Hertogenbosch.
Het bestuur werd gevormd door de zogenaamde armmeesters, benoemd en ontslagen door het bisdom. De voorzitter van het bestuur was de pastoor.
Verantwoording voor de inventarisatie

Het archief van de parochie Escharen is in januari 1998 in bewaringgeven bij het rayondepot Land van Cuijk te Grave van het Streekarchief Brabant Noordoost. Er zou een inventaris of een plaatsingslijst worden gemaakt als ingang op het archief.
In het najaar van 1998 ben ik begonnen met de inventarisatie. Het archief was niet zo groot. De omvang was ca. 6 ml. Waarvan uiteindelijk 50% vernietigbaar was. De vernietigbare bescheiden waren hoofdzakelijk dagafschriften van de bank en giro. Daarnaast waren er een aantal bescheiden die weinig of geen historische waarde hadden en om redenen van privacygevoeligheid vernietigd moesten worden. Vaak had het te maken met stukken van personele aard. Ook stukken verband houdend met beleggingen en waarvan de gegevens elders in archivalia kunnen worden teruggevonden zijn ter vernietiging voorgedragen aan het kerkbestuur.
Het archief bestond voor een groot deel uit ordners bank- en girobescheiden alsmede veel correspondentie, grofweg op onderwerp geordend. Ik heb alle correspondentie zoveel mogelijk zaaksgewijs geordend en beschreven. Daarnaast waren er een aantal delen, betrekking hebbend op de registratie van gegevens van parochianen en financiën.
Ondanks dat de parochie Sint Lambertus te Escharen al een hele lange geschiedenis heeft zijn van het archief de oudste geschreven bronnen grotendeels verloren gegaan door oorlogen, brand, de slechte bouwkundige staat van de kerkgebouwen en natuurlijk de omstandigheden waarin de katholieken hun geloof moesten belijden in de 17e en 18e eeuw. Zoals gezegd is het oudste nog aanwezige stuk uit de 15e eeuw. Dan zijn er nog een paar 16e, 17e en 18e eeuwse stukken. Het overige archief is gevormd in de afgelopen twee eeuwen, met name de 20e eeuw. Een relatief jong archief dus voor een parochie met een eeuwenoude geschiedenis.
Het archief van de parochie Sint Lambertus is om een paar redenen heel bijzonder. Het bevat namelijk historisch heel interessante stukken die met de parochie zelf niets te maken hebben. Ze zijn om een onduidelijke reden hierin terecht gekomen. Het gaat om akten gepasseerd voor de laat- en later de schepenbank van Escharen in de periode 1463-1770. Nu zijn deze stukken interessant, omdat de oudste stukken uit een periode zijn waarvan geen archief van de schepenbank meer voorhanden is. Het "Esterense" schepenbankarchief begint pas in 1596. Via een omweg zijn zo toch weer bronnen voor de dag gekomen, die eigenlijk als verdwenen konden worden beschouwd. Archiefstukken behoren tot persoons- of familiearchieven. Helaas zijn deze niet voor handen waardoor de betreffende archivalia onderdeel blijven van het parochiearchief. In de inventaris zijn ze beschreven onder het hoofdstuk "Stukken waarvan het verband met het archief van de parochie niet is gebleken". Dit geldt eveneens voor de twee geschonken charters uit de 15e en 16e eeuw over de incorporatie van de parochiekerk Sint Lambertus te Escharen in het kapittel van de Sint Elisabethskerk te Grave.
Afsluiting

Deze inventaris is tussen de bedrijven door tot stand gekomen. Als archivaris van het kleinste rayon binnen het streekarchief Brabant Noordoost is het vaak hollen of even stilstaan met alle zaken die je je binnen het archiefgebeuren kunt bedenken. De inventarisatie is door mij verricht. Echter zonder hulp van buitenaf was ik in de problemen gekomen. Ik wil de streekarchivaris voor Noordoost Brabant drs. H.G.J. Buijks dan ook bedanken voor de ondersteuning bij de vertaling van een aantal Latijnse stukken en het geven van historische adviezen. Mijn voorganger drs. H. Douma bedank ik voor de nuttige tips die hij me op zijn manier tijdens de inventarisatie gaf.
De parochie Escharen bedank ik voor het vertrouwen dat ze in onze archiefdienst hebben gesteld, om hun zo waardevolle archief bij ons in bewaring te geven.
Geraadpleegde bronnen
1. Escharen terug in de tijd, deel 2, 1997, p. 47
2. Schutjes, L.H.C., Geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch, deel III, 1872, p. 618
3. Merlet, 1995, nr. 4, p. 98
4. inventarisnummer 128
5. Habets, Geschiedenis van het tegenwoordig Bisdom Roermond en van de bisdommen, die het in deze gewesten zijn voorafgegaan, 1890, deel 2, p. 33-34
6. Kossmann, De lage landen 1780-1940, 1982, p. 198
7. De Graafsche Courant, 19 oktober 1889
8. De Graafsche Courant 3 februari 1932
Lijst van pastoors in de parochie Escharen
1. N.N. 1312
2. Goert van Mijlle 13..
3. Dijemarus 1338
4. Godert 1382
5. Henricus 14..-1434
6. Wijnricus Junckrade 1434
7. Gerardus Coenen 1458
8. Johan van Dornick 15..-1540
9. Joannes Henrici 1540
10. Joannes Dericksen 1558
11. Egbertus Jans 1571
12. Johannes Bayen 1582
13. Leonardus van Osch 1612
14. Gualterus van Baer 1649
15. Melchior Schrijnemaekers 16..
16. Bernardus de Meij 1690-1724
17. Joannes Franciscus Bloemarts 1725-1779
18. Henr. Mich. Berents 1779-1813
19. Pet. And. de la Roche 1813-1834
20. Franciscus van Wesel 1834-1859
21. Ant. Henr. Simons 1859-1860
22. Lambertus Verstraaten 1860-1867
23. Pet. van de Ven 1867-1872
24. Petrus Maas 1872
25. Petrus Haest 1873-1888
26. Johannes Hubertus Verberne 1888-1894
27. Gerardus Arnoldus van Hooff 1894-1911
28. Petrus Jacobus de Groot 1911-1924
29. Franciscus Lombarts 1929-1950
30. Peter Hubertus Stevens 1950-1968
31. Adrianus Rudolphus Maria van Haaren 1968-1975
32. Edumundus Petrus Wienandus IJsseldijk 1975-1987
33. Johannes P. Coenen 1988-1994
34. Jacques C.M. Jansen 1995-1996
35. Hieronimus Gerardus Titus Jozef Miltenburg 1996-1999

Bronnen
1. Escharen terug in de tijd, 1997, p. 66-73
2. Schutjes, 1872, p. 621-624
3. Regesten van de archieven van:l. het Kruisherenklooster Sint-Agatha
2. Sint Catharina Gasthuis te Grave
3. Kapittelarchief van de Sint Elisabethskerk te Grave gemaakt door: H. Douma en H.B.M. Essink
4. Krantendokumentatie Streekarchief BNO, Rayon Land van Cuyk
Lijst van kapelaans in de parochie Escharen

1. Leonardus Schamp 1793-1801
2. Cornelis van Reijnen 1831-1838
3. Anthonius van Geffen 1838-1843
4. Gerardus van de Weyer 1843-1846
5. Wilhelmus Kemps 1846-1849
6. Anthon. Petrus van den Bosch 1849-1850
7. Joan van Lieshout 1850-1856
8. Ant. Wilh. Henr. Godschalx 1856-1859
9. Ignat. Aloys Velthuyzen 1859-1867
10. Martinus Giesbers 1867-1870
11. Joan. Herm van der Velden 1870
12. Severin Falter 1952-1957
13. Johannes Gerardus Meyer 1962-1965
14. G.A. van Asseldonk 1965
15. Petrus Henricus Raaphorst 1996-



Bronnen
1. Escharen terug in de tijd, 1997, p. 68-73
2. Schutjes, 1872, p. 624-625
Regesten

Kenmerken

Datering:
1414-1990
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch
Openbaarheid:
Deze toegang bevat een of meer stukken die tot 1 januari 2045 niet zonder meer openbaar zijn.
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.

Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.