Uijt crachte va pandinge ,slijtinge en uijtrickinge, mede verleenden en aengekomen ( doorgehaald: gepubliceeerde) vercoopdagh, presenteert Huijbert Brants, gerichtelick voor alle man te vercoopen het pandt van Jan Denen, om daarvan te verhalen eene somme van 84 gl hercommende van een afgecocht peert volgens verlopen acte daervan sijnde, de 7 april 1685, alle mette costen van regt, alrede gedaen en nog te doen; en legt executant daarine sijne pretensie als voornoed ende is bij uitbrannender kersse aan deselven verbleven. Alsoo dattet vonnis wijsde; bij aldijen binnen behoirlicken tijt niet en word verplocht, dat alsdan sall vortgevaeren worden naar costuijme locaal.Actum Ravensteijn 6 september 1685 Getekent Peter Peters schepen in absentie van heer scholtis; Herbert Peeters van Maesacker, schepen; Th Baum landschrijver.
Naer gedane pandinge, slijtinge ende uijtrickingem ook naar verleende en gepubliceerde vercoopdagh, presenteert Jan Jans Slott, publiqelijk voor alle man te vercoopen het pandt van Eerken, weduwe van Ott Jans, om daeraen te verhaelen 121 gl ter goeden reeckening, sijnde onraet penningh vant jaer 1679 . Excutant leght daarin sijn pretensie als voren, metten costen van regt, ende is bij uitbrannender kersse aan deselven verbleven, alsoo dattet vonnis wijsde: bijj aldijen binnen behoirlicken tijt van drij daegen niet en wordt verploght, dat alsdan sall vortgevaren worden naar costuijme locale. Ravenstein 25 mert 1680
Getekent: Theod: van Gheest scholtis; Peter Peters schepen; Jan Wolters schepen; Theod: Baum landschrijver