skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Archieven

1576 Parochie H. Willibrordus te Heeswijk met castrale kapel, 1330-2006

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Zie: Taxandria 1898, artikel : Heeswijk en Dinther, door WJF Juten
Schutjes, deel 4
Brabants Heem, 1987
Wojstap. 1994, no 3
Het verborgen leven van de Abdij van Berne in haar parochies 1797-1857,
door dr WJCC vd Hurk o.pream. (st zuid hist contact, Tilburg 1977 deel 39)
Lijst van pastoors van Heeswijk

De witheren van de abdij Berne hebben sedert de 13e eeuw zorg gedragen voor de geestelijke bediening van parochiekerk van Heeswijk.



Hermannus van Hambroek c. 1284
Joannes de Lumel uit Lommel c. 1330
Joannes Pauli c. 1350
Gijsbertus van Andel, c 1370
 * 
Henricus van Loon c. 1378
Ricoldus van Strijen c. 1422
Arnoldus van de Wiel c. 1428
Arnoldus van Wijck c. 1457-1473
Petrus van Hemert 1473-1482 plaatsvervangend
Arnoldus van Malsen uit Asperen 1482-1492
Jacobus van Delft 1492-1517 plv.
Conrardus van Malsen uit Asperen 1516-1517
Thomas G. van Zantvoirt uit Den Bosch 1517-1545
Adrianus van Zauwen uit Den Bosch 1545-1587 plv.
Hermanus de Hambroeck c. 1551-1552
Adrianus van Loon c. 1552-1559?
Arnoldus van Vessem uit Tilburg 1587-1607 plv.
Stephanus Guens uit Baelen 1607-1618
Petrus J. van de Muelenhoff uit Deurne 1618-1639
 * 
Joachim Keijsers uit Den Bosch 1639-1640
Balthazar Jansen (Janssonius) van Lierop, 1641-1649
Bartholomeus Somers uit Den Bosch 1650-1658
Cornelius de Jode uit Antwerpen 1658-1663
Wilhelmus Bosch uit Heeswijk 1663-1668
Lucas Siongers uit Heeswijk 1668-1673
Antonius Voncke 1673
Antonius van Lendt uit Megen 1673-1675
Syardus Joris uit Thienen 1675-1676
Jacobus de Jode uit Gent 1676-1694
Godefridus Hugo Loef uit Oudheusden 1696-1704
Guilielmus Hachtiens uit Den Bosch 1704-1712
Folcoldus Smidts uit Den Bosch 1712-1723
Franciscus van Heck uit Den Bosch 1723-1750
Henricus van Dijck uit Tilburg 1750-1784
Wilhelmus Ign. de Bruijn uit Asten 1784-1789
Dominicus P.J. Appelboom uit Den Bosch 1789-1800
Abraham van Herck uit Den Bosch 1800-1803
Barholomeus Ooms uit Dreumel 1804-1825
Joannes Klijn uit Drunen 1825-1834
Petrus Mutsaers uit Tilburg 1834-1847
Petrus van den Brand uit Nieuwkuik 1847-1851
Joannes F.A. van der Meulen van Reek 1851-1857
Henricus van den Brand uit Heeswijk 1857-1860
Joannes van den Broek uit Gemert 1860-1867
Petrus F. van der Meulen uit Den Bosch 1867-1871
Arnoldus Goossens uit Gemert 1871-1878
Joannes Bazelmans 1878-1885
Johannes S. Maas 1885-1917
Petrus L. J. van den Heuvel 1917-1926
Marinus J. Giezen 1926-1933
Gerardus C. J. Scheepers 1933-1946
Augustinus Joannes J. Wouters 1946-1952
Theodorus A. Gloudemans 1953-1970
A.A. Tiedink 1970-1987
St.J.M.C. Kuypers o.praem 1987-2004
J.H.G.M. Jansen o.praem 2004 - …
Inventaris
INVENTARIS VAN HET ARCHIEF BETREFFENDE DE BUITENKAPEL VAN DE HH. JACOBUS DE MEERDERE EN ANTHONIUS-ABT VAN HET KASTEEL HEESWIJK
DE STICHTING VAN DE KAPEL
De heerlijkheid en het kasteel van Heeswijk zijn vaak van eigenaar veranderd. Kort voor 1395 verkocht Willlem van der Aa de heerlijkheid Heeswijk aan ridder Hendrik van der Leck, oudste zoon uit het in 1353 gesloten tweede huwelijk van Jan II van Polanen met Machteld van Rotselaar, natuurlijke dochter van hertog Jan III van Brabant.
Deze Hendrik (was dus verwant aan de hertogen van Brabant) is de bouwer en begiftiger van de kapel bij zijn kasteel, gelegen binnen de parochie Heeswijk, die toen viel onder het uitgestrekte bisdom Luik.
De bouw moet geschied zijn in 1417 of kort daarvoor.
Als patroonheiligen van de kapel had hij zijn keus laten vallen op de H.H. Jacobus de meerdere, apostel en Antonius abt. Deze tweede is er mogelijk aan toegevoegd, omdat men aanneemt, dat op dezelfde plaats al eerder een Antoniuskapel heeft gestaan.
Het jaartal 1417 is gebaseerd op het schrijven van 22 augustus 1417, waarin de abt van Berne, Godscalcus van Veen, en de pastoor van Heeswijk, Ricoldus van Strijen, hun goedkeuring geven aan de reeds gereed gekomen kapel en bovendien het patronaatsrecht overdragen aan de kasteelheer
(regest 486). De abt van de Abdij van Berne bezat namelijk sinds 17 september 1284 het patronaatsrecht met betrekking tot de parochiekerk van Heeswijk.
De abt van Berne en de pastoor van Heeswijk verlangden, dat de rechten van de parochiekerk gehandhaafd zouden blijven. Daarom werd de regeling getroffen, dat slechts de giften, die de gelovigen tijdens het opdragen van de mis tot aan het einde van het epistel op het altaar legden, aan de rector zouden toekomen, terwijl dat, wat daarna tot het einde van de mis werd geofferd, voor de pastoor van Heeswijk zou zijn. Al wat buiten de duur van de eucharistieviering
werd aangeboden en alles wat in de offerblok werd gestort, moest aan de kerkmeesters
van de kapel worden toevertrouwd.
Bij die gelegenheid schonk de abt van Berne aan Henricus en zijn erfgenamen en opvolgers als heren van Heeswijk en het kasteel het patronaatsrecht over de kapel. Dus telkens als het rectoraat vacant zou zijn, konden zij een nieuwe rector naar hun keus aan de bisschop ter benoeming voordragen.

De inkomsten van de kapel, cijnzen, hoenen, rogge etc. moesten op Sint Lambertusdag (17 september) worden afgedragen aan de rector.
Ook de vrouwe van Heeswijk stelde de inkomsten van de kapel zeker door de aankoop in 1467
van het Loefshoefke (inv.nr. 104) als beneficie castraal.
(deze hoeve kreeg in 1832 het kadasternummer B 735)

De inname van Den Bosch in 1629 door Frederik Hendrik, de daarop volgende betwisting van de rechten op de Meierij en de protestantisering van Noord-Brabant brachten een eind aan de regelmatige bediening van de parochiekerken en van de daarbij gelegen kapellen. Dit luidde het einde in van de kapel van de H.H. Jacobus en Antonius bij het kasteel van Heeswijk.
Een merkwaardige, grote collectie stukken in het abdijarchief onder de afdeling Parochie Heeswijk (VIII. K.), betrekking hebbend op de buitenkapel van het kasteel van Heeswijk, toegewijd aan de HH. Jacobus de Meerdere en Anthonius-abt, omvat vele tientallen charters en oude kopieën vanaf 1330 tot 1633. Een groot gedeelte ervan dateert uit de 15de eeuw en is in regest gebracht.
Langs welke weg en wanneer precies deze collectie in het abdijarchief is beland, is niet na te gaan. In de oude "Catalogus archivi Bernensis" van de hand van archivaris W. Hoevenaars (1881) staan onder classis II, fasc.6 en 7 al enige stukken vermeld. Mogelijk zijn mét de middeleeuwse archivalia van het parochiearchief die diens opvolger H. Heijman ca. 1925 uit de Heeswijkse pastorie naar het abdijdepot overbracht, de andere charters en afschriften van de castrale kapel meegekomen.
Hoe en wanneer deze laatste stukken daarvoor in het parochiearchief zouden zijn beland, is niet te gissen. Wel weten we, dat de Abdij van Berne ter fundatie van de buitenkapel kleine tienden geschonken heeft in 1408, zoals we lezen in een aantekening in de oude archiefinventaris, en dat de abt van Berne en de pastoor van Heeswijk in 1417 aan de kasteelheer van Heeswijk het patronaatsrecht over de kapel hebben overgedragen (reg. nr.586). Er waren dus wel relaties tussen abdij en kapel.
Deze buitenkapel, gesticht in 1417 (inv.no. 81), mag overigens niet worden verward met de slechts eenmaal vermelde binnenkapel, die in 1457 (reg. nr.768) wordt genoemd bij het oprichten en funderen van een (het?) altaar erin, toegewijd aan St. Jan Evangelist, de apostel Jacobus de Meerdere, Catharina en Barbara. (inv.no. 104)

[bron: Regestenboek van het archief van de abdij van Berne 1400-1500, door H. van Bavel o.praem. e.a. Heeswijk 1990, blz VIII]
Rectoren van de kapel

1428  Theodoricus de Erpe
1461  Henricus Scouwermans
1470  Arnoldus de Gruyter Mathijssen
1494  Wilhelmus de Dommelen
1523  Leonardus Heessel
1539  Ghuert Willem Jan Mathijssen
15..  Joannes Guillielmi (Willems) van Nistelrode, + 1561
1562  Ludovicus Cantelier of Tamtelier
1588  Antonius Gualteri of Walteri van Heeswijk (inv no 123)
1605  Joannes Moors van Heeswijk
1635  Cornelius Moors van Heeswijk

De castrale kapel is later bekend geworden als "het slotje", gelegen aan de weg van Heeswijk naar Berlicum, nabij de oprijlaan naar het kasteel Heeswijk. De benaming slotje dateert overigens van de periode nadat de kapel in onbruik is geraakt. Na c. 1640 werd het bewoond door verschillende heren. Het werd ook wel "Capellen huijsken" genoemd naar de vroegere bestemming. In 1832 kreeg het slotje kadasternummer B 1623.

bronnen:
zie artikel van G. vd Velden o.pream. in: Brabants Heem 1987, p. 23-32
Heemkundige parels uit Heeswijk-Dinther-Loosbroek, HKV De Wojstap en Jan vd Leest,2005, pag. 183-185
Zie ook: blok 2609 dorpsbestuur Heeswijk, 1600-1810, archief van den rector van de kapel van het slot te Heeswijk, inv.no. 167 Cijnsboek van de Lofshoeve, gelegen in de Veltstraat te Heeswijk, 1642-1698
Regesten van akten vóór 1500
1576 Parochie H. Willibrordus te Heeswijk met castrale kapel, 1330-2006
Inventaris
INVENTARIS VAN HET ARCHIEF BETREFFENDE DE BUITENKAPEL VAN DE HH. JACOBUS DE MEERDERE EN ANTHONIUS-ABT VAN HET KASTEEL HEESWIJK
Regesten van akten vóór 1500
6 586 1417 augustus 22 Apud Heeswijck in domo habitationis Henrici Volquyns schulteti ibidem, sita ante castrum..
Notaris Henricus Spilmaker, gezegd Gollen, clericus van Leodium, instrumenteert, dat Godscalcus van Veen, abt van Bern, en Ricoldus van Strijn, priester van Bern en pastoor van Heeswijck, goedkeuren, dat heer Henricus de Lecka, ridder, heer van het dorp Heeswijck, voor zijn kasteel aldaar een kapel heeft opgericht ter ere van de heilige Jacobus-apostel en Antonius-belijder, en heeft begiftigd ten gunste van de kapelbedienaar met een pacht van 1 mud rogge uit goederen in Vechel, afkomstig van Gerlacus Knoy, en een pacht van 2 mud rogge uit de windmolen voor het kasteel of uit een ander onderpand; dit met behoud van het recht van de kerk van Heeswijck op de offergaven, gecollecteerd voor het einde van het epistel van de mis - wat hierna tot het einde van de mis wordt gecollecteerd is voor de bedienaar van de kapel, alsook de opbrengst van de offerblok in deze kapel - terwijl beiden, abt en pastoor, aan heer ridder Henricus en zijn opvolgers het patronaatsrecht betreffende de benoeming van een nieuwe rector overdragen; en dat zij tenslotte op Henricus' verzoek ten behoeve van de kapelrector overdragen een zekere, geringe novale tiende en de bijbehorende kleine tiende, onlangs ontstaan, ter waarde van 1 mud rogge uit de Buxhoeve van een zekere Zeelken in de parochie van Berlichem, op voorwaarde, dat elke nieuwe rector deze tiende verheft voor de abt van Berne, waarbij deze dan een paar nieuwe handschoenen worden aangeboden; dit met als getuigen heer Heymericus de Campo, vast kapelaan (vicarius perpetuus) van Schijndel, Nicolaus Wellens en Joannes Brem, priesters en nog 7 andere, met name genoemde personen. a. Authentiek afschrift, op perkament, van notaris Johannes Hogardi Kelders (ca. 1600). VIII. K. Castrale kapel, nr.27, derde tekst. Met op de omslag het opschrift: "Fundatio beneficii ante castrum".
b. Authentiek afschrift, op papier, van notaris Johannes Hogardi Kelders (ca. 1600) naar het oorspronkelijk, dat voorzien was van zijn handmerk en van de zegels van abt, pastoor en kasteelheer. VIII. K. Castrale kapel, nr.6, f.2.
c. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.-378.
d. Getypte tekst in Map-Afschriften.
Nota 1. Achter het afschrift b. volgen enige notities, waarvan de eerste luidt: Die muelen tot Heeswijck is (om)geweyt den llden januarii anno 1557, voor het casteel staende; is daernae weder geset ter plaetssen omtrent daer sij eertijts plach te staen, te weten op die heyde; ende is wederom gaende gemaeckt ende heeft weder ierstmael gemalen den 12den decembris anno (15)58.
Nota 2. Het oorspronkelijk had transfixen van 12 en 15 jan. 1418 (reg. nrs.587, 588).
13 648 1430 december 8 (regel 13)
In quadam bassa camera domus inhabitacionis Lamberti Potters Hospitis (de Waard) ibidem, sita ante castrum dicte villa de Heezewijck (regel 33)..
Notaris Rutgherus de Arkel de Buschoducis, clericus van Leodium, instrumenteert, dat hij - na uitvoerig de status quaestionis te hebben uiteengezet (zoals beschreven in de akte van machtiging van 10 nov.1430, reg. nr.645, hierbij geïnsereerd) - nu als gemachtigde van de officiaal van Leodium, in belang van de beide aanwezige partijen, nl. vrouwe Johanna, vrouwe van Hoechstraten, ter eenre zijde en heer Theodericus van Erp, rector van de kapel, ter andere zijde, de gedaagde getuigen heeft gehoord, waarbij de rector beweerd heeft, de gemaakte afspraken te hebben gehouden, behalve dat hij pas op de dag van de Geboorte van St. Jan de Doper (24 juni ) het huis van de kapel heeft betrokken, omdat hij de dienst van de vicarie van Dynter, dit jaar aangenomen, niet kon verwaarlozen; dat beide partijen ter voorkoming van verdere klachten en onenigheden als scheidsrechters hebben aangesteld: Gerardus van der Aa en Petrus van Best ter eenre, en Lucas van Erp Gerlacuszn en Johannes van Erp ter andere zijde; en dat partijen onder ede hebben beloofd zich aan hun beslissingen te houden; waarbij als getuigen aanwezig waren: heer Arnoldus van de Wiel (de Gurgite), pastoor van Heezewijck, frater Arnoldus Kitsaerts, predikheer, en Mardilius van den Ploeghen, allen priesters, en 5 andere met name genoemde personen, waaronder vrouwe Adilia van Emmichoven; waarna de reeds genoemde akte van machtiging van de notaris door de officiaal wordt geinsereerd (regel 36-58).
a.  Oorspr. VIII. K. Castrale kapel, nr.12. Met het handmerk van de notaris. In dorso: Contract tussen de Vrouwe van Heeswijck ende den rector, quod tenetur personaliter inhabitare domum capelle. Non (ostentatur?) instrumentum. Raeckt Heeswijck.
b.  Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.413.
c.  Getypte tekst in Map-Afschriften.
20 733 1449 augustus 23 In aula domus decanalis ecclesie S. Johannis Evangeliste de Buscoducis juxta emunitatem dicte ecclesie..
Notaris Johannes Amelricuszn de Buscoducis, clericus van Leodium, instrumenteert, dat Johannes, Theodericus, Henricus en Gerardus, kinderen van vrouwe Anna en wijlen Gerardus van der Aa, wapendrager, voor de Bossche schepenbank overdragen aan bovengenoemde notaris, ten behoeve van de bedienaar van de kapel van S. Anthonius voor het kasteel van Heesic, voor het houden van een wekelijkse mis tot zielsrust van de vermoorde Thomas van Hazelbosch, hun gerechtelijk als genoegdoening opgelegd, een pacht van 2 mud rogge uit een stuk weiland, 21 bunder min 20 roede groot, geheten de Smaeldonck en gelegen in de parochie van Schijndel achter de kerk in de Haerbeemde, welke pacht zij verkregen hebben van hun moeder Anna.
a.  Oorspr. VIII. K. Castrale kapel, nr.20. Met het handmerk van de notaris en de zegels van de Bossche schepenen Theodericus die Lu (met papier-maché bedekt) en Johannes Monix. In dorso: Aengaende de beemt tot Schijndel. Voor Heeswijck. Duo modii siliginis pro sacello S. Anthonii, anno 1449. Met 2 transfixen van 13 en 21 okt.1449 (reg. nrs.735, 736).
b.  Authentiek afschrift, op papier, van notaris Johannes Hogardi Kelders (ca.1600); bewaard bij a.
c.  Compendium in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.460, waar de 2 transfixen slechts worden vermeld.
d.  Getypte tekst in Map-Afschriften.
Nota. Op de rug van het charter staat een beschikking van de officiaal van Luik van 21 sept. 1449; zie hiervoor de akte van 13 okt. 1449 (reg. nr.735).
28 794 1461 augustus 26 en 27 (Op 26 aug.:) In domo propria inhabitacionis dicti testatoris prope capellam, in camera sua cubiculari; (en op 27 aug.:) Ante domum dicti testatoris..
Notaris Theodricus Blerinckt, priester van het bisdom Leodium, instrumenteert, dat heer Henricus Scouwerman, priester van het bisdom Leodium en bedienaar voor het leven (rector perpetuus) van de kapel van Jacobus-apostel en Anthonius-abt in de parochie van Heeswijck voor het kasteel aldaar, op zijn ziekbed de tekst van zijn testament door hem, notaris voornoemd, heeft laten voorlezen; waarbij hij zijn vorige beschikkingen herroept; eventuele schulden uit zijn nalatenschap wil betalen; aan de kerk van S. Lambertus te Leodium 1 stuiver eenmalig vermaakt; aan de kapel een stuk land of akker schenkt, gelegen tussen de openbare weg en de kapel, op voorwaarde, dat de nieuwe rector een jaargetijde met vigilies en mis voor hem houdt op zijn sterfdag, op welke akker een pacht drukt van 2 zester rogge voor zijn dienstmaagd Aleydis van der Verdonck; aan de nieuwe rector zijn brevier schenkt, opdat deze gedurende een maand dagelijks een dienst (trecenarium) voor hem houdt; aan de kapel zijn beste tafellaken (mappa) en zijn mantel schenkt; aan de pastoor van Heeswijck Arnoldus van Wijck, aan zijn priester-neef Arnoldus Schouwerman, aan de kapelaan van Dinther Rutgherus Vos, aan de rector van de Middelroyse kapel Johannes Volken, aan de kapelaan (vice-plebanus) van Heeswijck, aan het convent van de Regulieren Ten Hage (in Dumo) bij Eyndoven respectievelijk de volgende boeken schenkt, getiteld: "Liber Illucidarii", "De Aquevillis", "Sensatus", zijn brevier (Diurnale), "Vorago" en "Gnotosolitos" (zie nota), met het verzoek aan hen alle zes, om mettertijd ook een dertigste voor hem te houden; aan elk van de bedelorden, die in Heeswijck hun omgang houden 1 stuiver eenmalig; aan zijn vader Theodericus het vruchtgebruik en aan zijn drie broers Theodericus, Johannes en Anthonius ieder een gelijk deel van al zijn goederen, terwijl hij aan zijn broer Anthonius de achterstal kwijtscheldt van een cijns van 1 mud rogge over 6 of 7 jaren, welke cijns na zijn dood in bezit zal komen van zijn drie broers en in vruchtgebruik ten gunste van zijn vader; aan een arme, aan zijn neefje Arnoldus, zoon van zijn broer Theodericus, scholier en inwonend bij de erflater, en aan zijn drie broers ieder een bed met matras en dekens; tenslotte bepaalt hij, dat zijn dienstmaagd Aleydis zijn deel in de 8 of 10 bijenkorven, die zij samen bezaten, na zijn dood verkoopt om de begrafeniskosten te dekken; en stelt als zijn executeurs aan heer Theodericus Dommelman, vast kapelaan (vicarius perpetuus) te Scijnle, en zijn dienstmaagd Aleydis; dit alles in aanwezigheid van de getuigen heer Henricus Gruter, pastoor van Bochoven, Heymannus Peterszn en Johannes Vosken.
Daags erna (27 aug.) legt dezelfde notaris vast, dat de aangewezen 2 executeurs als hun plaatsvervangers aanduiden de 3 genoemde broers, nu met als getuigen Henricus Gruter, pastoor van Bochoven, Johannes Vosken, kapelrector van Middelroy, Johannes Vosken en Henricus Johanneszn.
a.  Oorspr. VIII. K. Castrale kapel, nr.25. Met het handmerk van de notaris. In dorso: Testamentum domini Henrici Scouwermans presbyteri. Van enen stuck lants. Tstuc lants bij der capellen.
b.  Authentiek afschrift, op papier, van notaris Gerlacus Henrici Ruys, 1593. VIII. K. Castrale kapel, in: Libellus A. nr.l.c.  Getypte tekst in Map-Afschriften.
Nota. Over dit testament schreef G. van der Velden 0.Praem, een bladzijde in zijn artikel: De voormalige kapel bij het kasteel van Heeswijk N.Br., in: Brabants Heem 39 (1987), nl. blz. 28. Van de 5 vaag aangeduide boeken zijn de laatste 3 geïdentificeerd; zie Brabants Heem 39(1987), blz.97.
32 858 1474 september 6.
Schepenen van Buscumducis oorkonden, dat - nadat Arnoldus de Gruyter, rector van de kapel van de HH. Jacobus en Anthonius te Heeswijck, gerechtelijk in het bezit was gesteld van een stuk land met opstal, ook gelegen in Heeswijck en nader gesitueerd, wegens wanbetaling van een pacht van 1 mud rogge uit een pacht van 2 mud, welke pacht van 2 mud Arnoldus die Bye Johanneszn had toegezegd aan Theodericus Vos, Henrica en Weyndelmoedis, kinderen van wijlen Gerardus Vos, aan Johannes Sporken en aan Lambertus nat. z.v.w. Johannes Potter, priester, en welke pacht van 1 mud Goeswinus Cnode z.v.w. Gerlacus gekocht had van Weyndelmoedis voorn., van Gerardus Hals z.v.w. Gerardus, man en voogd van Henrica voorn., en van Johannes Wautgerszn, man en voogd van Yda, dr.v.w. Johannes Sporken en wijlen Heilwigis dr.v.w. Gerardus Vos, zoals deze toezegging stond vermeld in een Bossche schepenbrief van 23 febr.1445 ("1444"), en nadat hij, rector Arnoldus de Gruyter, dit stuk land had overgedragen aan Henricus Bredebaert - deze laatstgenoemde dit stuk land weer aan hem heeft verkocht; alles met de gebruikelijke formaliteiten.
a.  Oorspr. VIII. K. Castrale kapel, nr.30. Het zegel van Johannes Loenman Johanneszn is afgevallen; de zegels van Johannes van Erp Arnolduszn en Gerardus Kuyst zijn gaaf aanwezig; dat van Jacobus van den Hoevel ontbreekt. In dorso: Dominus die Gruyter, rector capelle in Hezewijck. Gekopieerd. Anna weduwe Thoniszn Michiels tot Heeswijck. Hesewijc.
b.  Authentiek afschrift, op papier, van notaris G.H. Ruys, 1593. VIII. K. Castrale kapel, in: Libellus A, nr.12.
c.  Getypte tekst in Map-Afschriften.

Kenmerken

Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch
Openbaarheid:
Deze toegang bevat een of meer stukken die tot 1 januari 2074 niet zonder meer openbaar zijn.
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.

Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.