skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Astrid de Beer
Astrid de Beer RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Astrid de Beer
Astrid de Beer RA Tilburg

Archieven

1729 Kantongerecht Eindhoven 1980-1989

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Het strafproces
Het bestuursrechtelijk proces
Het burgerlijk proces
In het burgerlijk proces kunnen twee hoofdvormen onderscheiden worden, die verband houden met de wijze waarop de zaak aanhangig gemaakt wordt: de dagvaardingsprocedure en de verzoekschriftprocedure. In burgerlijke zaken is rechtsbijstand (procesvertegenwoordiging) verplicht bij de rechtbanken, de gerechtshoven en de Hoge Raad. Bij het kantongerecht is rechtsbijstand niet verplicht. Partijen kunnen voor de kantonrechter in persoon verschijnen en hun zaak zelf behandelen. Men kan dit ook laten doen door een gemachtigde, hetgeen meestal het geval is (deurwaarder, zaakwaarnemer).
2.3.1. Dagvaardingsprocedure
1729 Kantongerecht Eindhoven 1980-1989
Inleiding
Het burgerlijk proces
2.3.1.
Dagvaardingsprocedure
De dagvaardingsprocedure is hoofdzakelijk een schriftelijke procedure. Deze start met het uitbrengen van de dagvaarding door een deurwaarder aan de gedaagde. De dagvaarding wordt bij de griffie op de 'rol' geschreven. De zaak krijgt een rolnummer.
Op de dienende dag wordt de zaak door de dienstdoende deurwaarder uitgeroepen. Als er niemand voor de gedaagde verschijnt, vraagt de procureur verstek, dat wil zeggen vaststelling door de rechtbank dat de gedaagde, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet is verschenen.
Na het verlenen van het verstek neemt de procureur van de eiser conclusie van eis (meestal een herhaling van het standpunt in de dagvaarding). De procureur van de eiser verzoekt de rechtbank, door middel van eis, vonnis te wijzen. De stukken van de procureur worden hierbij overgedragen aan de rechtbank.
Als de procureur van de gedaagde wel verschijnt, zal hij een conclusie van antwoord nemen. De conclusie van antwoord kan worden gevolgd door een conclusie van repliek namens de eiser, met daarop namens de gedaagde een conclusie van dupliek en eventuele nadere conclusies. Na het nemen van de conclusies kunnen pleidooien volgen of kan het recht op stukken, dat wil zeggen zonder mondelinge toelichting, gevraagd worden. Meestal wordt het pleidooi door een advocaat gehouden, maar een partij mag ook zelf pleiten. Een samenvatting van het pleidooi kan als pleitnota worden overlegd.
Alvorens eindvonnis te wijzen kan de rechtbank bij een interlocutoir vonnis (tussenvonnis) bewijsvoering opleggen, door middel van verhoor van getuigen (enquête), bericht van deskundigen, gerechtelijke plaatsopneming (descente), het opleggen van een eed, verhoor op vraagpunten, boekenonderzoek, dwanguitgifte van akten en onderzoek naar de echtheid van een geschrift. Voorlopig getuigenverhoor (valetudinaire enquête) vindt plaats als er gevaar bestaat dat een getuige door omstandigheden niet beschikbaar kan zijn of het strijdpunt niet geheel duidelijk is. Een rogatoire commissie kan te pas komen als een getuige in het buitenland woont.
De rechtbank bepaalt het vonnis, dat ter openbare terechtzitting wordt uitgesproken. Van het eindvonnis wordt de door de rechters en de griffier ondertekende minuut (dit is het origineel) in het archief bewaard. De partijen ontvangen een gewaarmerkt afschrift, de grosse.
In door de wet toegelaten gevallen kan tegen het vonnis hoger beroep worden ingesteld of (indien het een verstekvonnis betreft) verzet worden aangetekend.
Hoger beroep wordt behandeld door de hogere rechter, maar de verzetprocedure dient bij de rechter, die het verstekvonnis heeft gewezen. Beroep in cassatie kan worden ingesteld bij de Hoge Raad.
2.3.2. Verzoekschriftprocedure
2.3.3. Kort gedingprocedures
2.3.4. Faillissementprocedures
Openbaarheid
Lijst van afkortingen en geraadpleegde wetgeving

Kenmerken

Datering:
1980-1989
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch
Openbaarheid:
Deze toegang bevat een of meer stukken die tot 1 januari 2067 niet zonder meer openbaar zijn.
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.

Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.