1543 maart 9
Antonis Adriaan Doedijnsz en Henrik van Oudheusden, schepenen van Heusden, oorkonden, dat Henrik Potters Geritsz, priester en kanunnik in Heusden, en Jan d'Oom Henrikz, rentmeester van het kapittel, als cijnsgenoten onder ede verklaarden, welke cijnzen het kapittel buiten Heusden mocht heffen
Gegeven in 't jair ons Heeren vijftienhondert drie ende viertich opten negenden dach in Merte
Origineel (inventarisnr 29)
Met zegels schepenen
1543 maart 9
Antonis Adriaan Doedijnsz en Henrik van Oudheusden, schepenen van Heusden, oorkonden, dat Henrik Potters Geritsz, priester en kanunnik in Heusden, en Jan d'Oom Henrikz, rentmeester van het kapittel, als cijnsgenoten onder ede verklaarden, welke cijnzen het kapittel buiten Heusden mocht heffen
Gegeven in 't jair ons Heeren vijftienhondert drie ende viertich opten negenden dach in Merte
Origineel (inventarisnr 29)
Met zegels schepenen