1544 januari 23
Willem Jacobsz van Cuijk en Peter Godertsz, schepenen van Heusden, verklaren gezien te hebben:
testament van Wouter Doermansz van Oisterwijk van 1533 maart 3, waarin hij onder andere aan kapittel van Heusden vermaakt 11/2 gulden erfcijns, te beuren in Baardwijk bij Gijsken Ywens
Gegeven in 't jair ons Heeren vijftienhondert vier ende viertich opten drie ende twyntichsten dach in januario
Origineel (inventarisnr 108)
Met zegels schepenen
1544 januari 23
Willem Jacobsz van Cuijk en Peter Godertsz, schepenen van Heusden, verklaren gezien te hebben:
testament van Wouter Doermansz van Oisterwijk van 1533 maart 3, waarin hij onder andere aan kapittel van Heusden vermaakt 11/2 gulden erfcijns, te beuren in Baardwijk bij Gijsken Ywens
Gegeven in 't jair ons Heeren vijftienhondert vier ende viertich opten drie ende twyntichsten dach in januario
Origineel (inventarisnr 108)
Met zegels schepenen