skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Arnout van Erp
Arnout van Erp Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Arnout van Erp
Arnout van Erp Bhic

Archieven

348 Hultman, Van der Fosse en Van den Bogaerde, 1802 - 1842

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
348 Hultman, Van der Fosse en Van den Bogaerde, 1802 - 1842
Inleiding
Historisch overzicht
Onder deze titel zijn gegevens bijeengebracht, voornamelijk van statistische aard, betreffende Noord-Brabant, samengesteld voor het persoonlijk gebruik van bovengenoemde gouverneurs van de provincie en daarna vermoedelijk met het oog op een uitgave van een historisch-statistische beschrijving van de provincie.
De stukken zijn verkregen in 1894 tussen die van de provinciale griffie, staat van aanwinsten 1894 no. 9a en 10, en in 1902 en 1906 uit de verzamelingen van het kasteel Heeswijk, staat van aanwinsten 1902 no. 4 en 1906 no. 43. Men zie bovendien voor de kaarten van 1827 Provinciale Griffiearchieven, Inv.nr. 1724. In 1949 is hierbij gevoegd no. 14, tevoren uit de provinciale archieven uitgeschoten, dat, hoewel eveneens van statistische aard, van later datum is dan de plannen voor deze uitgave.
Inleiding

Het werk van Servaas van de Graaff, "De statistiek van Braband, en de plaatselijke beschrijving der Stad en Meierij van 's-Hertogenbosch", met kaarten, platen, plans en tabellen, dat als eerste deel van de "Historisch-statistische beschrijving van het koninkrijk Holland" in 1807 geschreven en uitgegeven werd, heeft blijkbaar niet aanstonds de waardering genoten die het om de liefde van de auteur voor het gewest verdiende. Evenmin is het aanstonds nagevolgd en, voor zover het de statistieken betreft, voortgezet. Afgezien van de: "Aardrijks- en geschiedkundige beschrijving der provincie Noord- Braband" door A. van Zutphen, van 1820, die de beschrijving bovendien uit een ander gezichtspunt en met een ander doel beschouwde, is er tot 1830 weinig blijk van enig dergelijk streven te bespeuren.

Van de Graaff had zijn werk op verzoek van mr. C.G. Hultman, destijds directeur-generaal van de fraaie kunst van het koninkrijk en te Arnhem woonachtig, geschreven. Toen deze op 20 april 1814 tot gouverneur van Noord-Brabant benoemd werd, deed hij aanstonds voor eigen gebruik het statistisch materiaal bijwerken in "Statistische Tafereelen", waarin de cijfers over de periode van het keizerrijk werden vastgelegd. Zij betreffen bevolking, woningen, landbouw, veeteelt, belastingen, trafieken en fabrieken, wel te verstaan voor zover het het Departement der Monden van den Rhijn aanging. Hetzelfde geschiedde over het jaar 1815 voor de gehele provincie, maar daarna bleef het werk steken en Hultman overleed in 1820.
De kaarten, in het werk van Van de Graaff aangekondigd, zijn mij niet bekend en vermoedelijk niet uitgevoerd. Eerst in 1827 bemerkt men belangstelling voor statistisch provinciale kaarten, toen de Bredase kostschoolhouder C.H. Wenning zich om dergelijke gegevens tot de toenmalige gouverneur mr. A.F.G. burggraaf Van der Fosse wendde. Er bestond toen reeds een "Carte de la province de Brabant Septentrional", uitgegeven door F.J. Weygand te 's-Gravenhage. Aan de hand van een hierop gekopieerde stomme kaart, te 's-Hertogenbosch bij Demelinne gesteendrukt en waarvan de spiegel 42 bij 27.5 cm. telt, werd een serie met statistische gegevens ingevuld en hem ten geschenke aangeboden. Hiertoe behoorden de volgende kaarten:

II. Hemelbreedte en lengte;
IV. Uitgestrektheid;
V. Rivieren, beeken, vennen en gewone overstroomingen;
VII. Justitieele verdeeling in arrondissementen;
VIII. Justitieele verdeeling Kantons; Administratieve verdeeling in districten;
XI. Militaire verdeeling;
XII. Gemeenten.
De hoofdingenieur van de Waterstaat in de provincie Noord-Brabant E. de Kruyff, maakte hiervoor enige statistische tableaux van de terreinhoogte, grote wegen en voorname wateren en de commies van het provinciaal bestuur, chef van de afdeling politie, J. Menu, enige "explicaties". In hoeverre hiermede identiek is een eveneens getekende serie kaarten, getiteld "Statistische navorschingen in de provincie Noord-Braband", is mij niet gebleken. Zij is onderverdeeld in:

(0) Gemeenten;
I. Grenzen en enclaven;
II. Hemelbreedte en lengte;
III. Uitgestrektheid;
IV. Oppervlakte;
V. Rivieren, beeken, vennen en gewone overstroomingen;
VII. Justitieele verdeeling in kantons;
X. Steden en vestingen;
XI. Steden en gemeenten;
XII. Kerkelijke verdeeling voor de R.C.;
XV. Gites détape.

De kaart van Weygand is in het jaar 1830 nogmaals, ditmaal zonder *  verbetering van enige fouten, verschenen. Van een uitgave van de bovengenoemde kaarten door de Brusselse uitgever De Bonge, die hiertoe in 1828 het voornemen te kennen gaf, is echter, vermoedelijk wegens de tijdsomstandigheden, niets gekomen.

Inmiddels hadden de uitgevers J.J. van Arkesteyn en zoon te 's-Hertogenbosch in 1828 een premie uitgeloofd voor een "Geschied-en aardrijkskundige beschrijving der provincie Noord Braband"; deze oproep is pas in 1845 door de toenmalige rector van de Bossche latijnse school, Dr. C.R. Hermans, beantwoord. Het ging hier om een ander soort geschiedschrijving, een meer litteraire, dan die waarvoor het provinciaal bestuur belangstelling toonde. De van de aanvang verschenen "Almanak voor de provincie Noord-Braband" schonk uitsluitend aan de administratie en haar verdelingen aandacht.
Eerst in 1830 werd een vernieuwing van het werk van Van de Graaff opgezet. Daarbij ging het initiatief van de op 4 februari van dat jaar benoemde gouverneur jhr. A.J.L. van den Bogaerde uit. Van zijn hand zijn bewaard behalve een introductie, de volgende hoofdstukken: Beschrijving van den grond; Groote wegen, onderverdeeld in o.a. Middelen van vervoer; Producten van den grond, onderverdeeld in o.a. Jagt en visscherij en in Landbouw; Belastingen; Justitieele verdeeling; Nijverheid en handel; Kerkelijke zaken; Onderwijs; Geneeskunst; Buitengewoone voorvallen, onderverdeeld in Branden, Drenkelingen en Moorden. Deze schetsen, nu eens in het Frans, dan weer in het Nederlands als op het papier geworpen, getuigen van belezenheid en kunde. Hetgeen op zijn last daarvan is uitgewerkt of daaraan is toegevoegd door de commiezen Menu en Keer, waarbij men ook van de reeds genoemde statistische kaarten schijnt gebruik te hebben willen maken, komt mij minder belangrijk voor, met name een door Menu samengestelde plaatsbeschrijving. Zij is uit het werk van vroegere schrijvers en uit de kroniek van de provinciale almanak samengelezen en is in ieder geval door de gegevens van het reeds genoemde werk van Dr. Hermans achterhaald.

Aan het nieuwe historisch-statistisch overzicht van de provincie Noord-Brabant is tot 1832 gewerkt, zonder dat het tot een publicatie gekomen is, die naar mijn mening gedeeltelijk thans nog verantwoord zou zijn.

J.P.W.A. Smit, 1940
Vervolg inleiding

In 1960 (aanw. 1961) zijn van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant uit diens Handschriftenverzameling onder meer vijf nummers in bruikleen ontvangen, bevattende statistische stukken, die tot de collectie Hultman- Van der Fosse - Van den Bogaerde behoren, benevens vijf andere nummers, die door mr. C.G. Hultman in zijn verschillende functies en als particulierwaren verzameld en die hoofdzakelijk gaan over kwesties betreffende plaatsen in het latere Noord-Brabant. Het waren respectievelijk de catalogusnummers 87, 115, 130, 191, 192 en 110, 490, 494, 498 en 577. *  Aangezien deze, laatste groep stukken, ofschoon wel afkomstig van één der personen, door of voor wie de stukken uit deze collectie zijn samengesteld, echter geen statistisch materiaal bevat, doch wel van historisch belang, voor Noord-Brabant is, is deze, in een aanhangsel opgenomen.

Bij het invoegen van de statistische stukken bleek een omwerking van de oude inventaris noodzakelijk, te meer daar enige, te voren niet juist of niet gedateerde stukken thans beter gedateerd konden worden en daardoor een andere plaats zouden moeten verkrijgen. Tevens werd bij deze gelegenheid een statistisch overzicht over 1815 opgenomen, dat aangetroffen was in het archief van de Provinciale griffie Inv.nr. 1852, doch niet onder de bestaande beschrijving viel. Ofschoon het niet in het handschrift van Hultman is zoals de andere overzichten, is het toch waarschijnlijk te zijnen behoeve vervaardigd en derhalve hierbij gevoegd.
Aangezien de oude inventaris verschillende malen door onderzoekers is gebruikt, is een concordans van de oude en de nieuwe inventarisnummers hierachter opgenomen.

Van de stukken uit het Provinciaal Genootschap is het nummer uit de Handschriftenverzameling catalogusnr. 130, dat blijkens de titel in het handschrift van de boekhandelaar H. Palier in diens bezit is geweest, waarschijnlijk bij hem terecht gekomen, omdat hij de uitgave van de "Statistische Beschrijving der Provincie Noord-Brabant" had zullen verzorgen; de meeste stukken behoren tot de concepten van Van den Bogaerde en zijn in Inv.nr. 16 opgenomen, slechts enkele zijn in Inv.nrs. 17 en 18 ingevoegd. De meeste andere catalogusnummers zijn blijkens aantekeningen in de hand van Palier eveneens in zijn bezit geweest en één daarvan (Inv.nr.23) draagt een aantekening in de hand van mr. C.R. Hermans uit 1863, waaruit blijkt, dat het uit de verzameling van wijlen Palier voor het Genootschap is aangekocht; daar hierbij nog slechts één ander nummer (cat.nr. 6) wordt vermeld - dat niet tot dit bruikleen behoort *  is het mogelijk dat de rest van deze stukken reeds eerder in het bezit van het Genootschap is gekomen. Deze in bruikleen gegeven stukken zijn ingevoegd onder Inv. nrs. 3, 4, 10, en 20-24, terwijl enige zijn opgenomen in de Inv. nrs. 8 en 16-18.
Wat de herkomst van de stukken die Rijkseigendom zijn aangaat, zij hier nog vermeld, dat uit het archief van de Provinciale griffie de Inv.nrs. 13-15 afkomstig zijn, uitgezonderd enkele stukken (kaarten) uit de aankoop Van den Bogaerde, voorts Inv.nrs. 16-19 (zie echter ook hierboven) en één stuk uit Inv. nr.2; verder werden uit de collectie Van den Bogaerde in 1902 en 1906 aangekocht respectievelijk enkele kaarten uit Inv.nrs. 13-15 en Inv.nrs. 1, 2 en 5-12, uitgezonderd enkele uit bovengenoemde ingevoegde stukken.

Elis.H. Korvezee, 1975
Aanwijzingen voor de gebruiker
Concordans
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1802-1842
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch