Donredaegs na d'octave van Dertiendaghe.
Schepenen van Huesden oorkonden in opdracht van Jan van den Elshout, momboir in het Land van Huesdene, dat Jan Brusten en zijn vrouw VerJutte hebben geschonken aan abt en convent van het klooster Onser Vrowen van Berne: 1. een cijns van 3 pond te Vlimen op de hoeve land [sic], waar nu VerLeite, moeder van Herman Spieghel, woont; 2. - alleen aan de abt - een cijns van 3 pond te Wijc, te heffen van Jan de Meier op 18 hond op Scadewijc vanaf de Wiker-weteringhe tot de hoge weg, waar de monniken (van Middelburg of Berne? [Middelburg]) wonen; 3. een cijns van 1 pond te Vlimen op 3 morgen van Herman Spieghel, waar hij woont op de Osteren Egghe (zie de akte van 26 juni 1313, reg. nr.139); 4. een cijns van 40 schelling op de hofstede, waar Jan Bardmakers' huis op staat, plus een cijns van 2 schelling op het erf van Robke, zoon van VerBeatris, welke 42 schelling belast zijn met 2 schelling voor de Katelijnen-kerk te Huesden (zie de akte van 27 dec. 1314, reg. nr.150); 5. een cijns van 10 en een halve schelling op het erf op de dam achter Minnekens erf (zie de akte van 11 dec. 1313, reg. nr.145); 6. een cijns van 10 schelling op de hofstede van Jan van den Kerchove en op die van Jan van Zelant, man van Heske; 7. een schepenbrief van een cijns van 10 pond, die VerJutte gekocht had als prebende van een dagelijkse mis op het altaar van S. Nicolaus voor haar zoon in het klooster van Berne, ook wanneer deze zou uittreden; 8. een cijns van 26 schelling op huis en hofstede van Jan Gladings Scoesitters (Schoenmakers) en een van 10 schelling op huis en hofstede van Jan Baleps; 9. een cijns van 10 pond op hun woonhuis en erf ("gesate"); 10. 6 morgen tussen het veld van Jan Pikenvet en de Oude Mase, plus 10 hond in de Ooster in Oudehuesdene, geheten de Kesserec; dit alles om hun zoon Brusten te laten delen in de geestelijke gunsten van het klooster en de cijns van 10 pond (zie nr.9) later, na de dood van hun drieën, bestemmend als pitantie voor het klooster.
Donredaegs na d'octave van Dertiendaghe.
Schepenen van Huesden oorkonden in opdracht van Jan van den Elshout, momboir in het Land van Huesdene, dat Jan Brusten en zijn vrouw VerJutte hebben geschonken aan abt en convent van het klooster Onser Vrowen van Berne: 1. een cijns van 3 pond te Vlimen op de hoeve land [sic], waar nu VerLeite, moeder van Herman Spieghel, woont; 2. - alleen aan de abt - een cijns van 3 pond te Wijc, te heffen van Jan de Meier op 18 hond op Scadewijc vanaf de Wiker-weteringhe tot de hoge weg, waar de monniken (van Middelburg of Berne? [Middelburg]) wonen; 3. een cijns van 1 pond te Vlimen op 3 morgen van Herman Spieghel, waar hij woont op de Osteren Egghe (zie de akte van 26 juni 1313, reg. nr.139); 4. een cijns van 40 schelling op de hofstede, waar Jan Bardmakers' huis op staat, plus een cijns van 2 schelling op het erf van Robke, zoon van VerBeatris, welke 42 schelling belast zijn met 2 schelling voor de Katelijnen-kerk te Huesden (zie de akte van 27 dec. 1314, reg. nr.150); 5. een cijns van 10 en een halve schelling op het erf op de dam achter Minnekens erf (zie de akte van 11 dec. 1313, reg. nr.145); 6. een cijns van 10 schelling op de hofstede van Jan van den Kerchove en op die van Jan van Zelant, man van Heske; 7. een schepenbrief van een cijns van 10 pond, die VerJutte gekocht had als prebende van een dagelijkse mis op het altaar van S. Nicolaus voor haar zoon in het klooster van Berne, ook wanneer deze zou uittreden; 8. een cijns van 26 schelling op huis en hofstede van Jan Gladings Scoesitters (Schoenmakers) en een van 10 schelling op huis en hofstede van Jan Baleps; 9. een cijns van 10 pond op hun woonhuis en erf ("gesate"); 10. 6 morgen tussen het veld van Jan Pikenvet en de Oude Mase, plus 10 hond in de Ooster in Oudehuesdene, geheten de Kesserec; dit alles om hun zoon Brusten te laten delen in de geestelijke gunsten van het klooster en de cijns van 10 pond (zie nr.9) later, na de dood van hun drieën, bestemmend als pitantie voor het klooster.
b. Gevidimeerd in de akte van 13 aug. 1406 (reg. nr.494, voort. nr.).
c. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.121, naar oorspr.
Nota. Dr. H. Brokken meent op grond van de titel van Jan van den Elshout, nl. als voogd van het Land van Heusden, dat deze akte geplaatst moet worden in het jaar 1317 en veronderstelt daarom, dat de Heusdense schepenen hier de paasstijl hebben gebruikt, en dateert dan: 20 jan. 1317. Zie echter de Inleiding.