Des dondersdaghes na Dertiendaghe.
Diederic (IX), graaf van Cleve, oorkondt, dat hij aan heer Gheraert, heer van Hoerne, en aan Jan van den Elshout ten behoeve van Jan, kind van de heer van Hoesdin, in leen gegeven heeft Huesdin, de tol en heerschappij [heerlijkheid] van Huesdin en het goed, dat gelegen is aan gene zijde van de Oude Mase, zoals de heer van Huesdin dat alles van zijn voorouders in leen had.
Des dondersdaghes na Dertiendaghe.
Diederic (IX), graaf van Cleve, oorkondt, dat hij aan heer Gheraert, heer van Hoerne, en aan Jan van den Elshout ten behoeve van Jan, kind van de heer van Hoesdin, in leen gegeven heeft Huesdin, de tol en heerschappij [heerlijkheid] van Huesdin en het goed, dat gelegen is aan gene zijde van de Oude Mase, zoals de heer van Huesdin dat alles van zijn voorouders in leen had.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.123.
Nota. Hier wordt niet het gebruik van de paas- of boodschapstijl verondersteld, wat anders de datum van 12 jan. 1318 zou geven. Zie voor het probleem van chronologie, waar deze akte een rol speelt, de Inleiding.