In opido de Buscoducis, in domo inhabitationis Johannis Pauli de Hoesden.
Notaris Johannes Offramzn van Herpt, clericus van Leodium, instrumenteert, dat Egidius van Gheel, (uithofmeester) Gerardus van Bernheze, Hermannus Milmanszn en Hubertus Essulazn van Berchem op verzoek van heer abt van Berna verklaren, destijds, in 1339, ter plaatse van de uithof van Ghael ervan getuige te zijn geweest, dat wijlen Henricus van den Dorenbussche heeft geschonken aan het klooster van Berna al zijn roerend en onroerend bezit, op voorwaarde, dat abt en convent hem als broeder en familiaris zouden opnemen, maar dat toen op verzoek van Henricus zijn inkleding tot nadere beslissing van de abt is uitgesteld.
In opido de Buscoducis, in domo inhabitationis Johannis Pauli de Hoesden.
Notaris Johannes Offramzn van Herpt, clericus van Leodium, instrumenteert, dat Egidius van Gheel, (uithofmeester) Gerardus van Bernheze, Hermannus Milmanszn en Hubertus Essulazn van Berchem op verzoek van heer abt van Berna verklaren, destijds, in 1339, ter plaatse van de uithof van Ghael ervan getuige te zijn geweest, dat wijlen Henricus van den Dorenbussche heeft geschonken aan het klooster van Berna al zijn roerend en onroerend bezit, op voorwaarde, dat abt en convent hem als broeder en familiaris zouden opnemen, maar dat toen op verzoek van Henricus zijn inkleding tot nadere beslissing van de abt is uitgesteld.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.195.