In monasterio Bernensi.
Notaris Robertus Godefriduszn van Huesden, clericus van Traiectum, instrumenteert, dat heer Robertus van Doern, investiet van Berlikem en tevens abt van Berna, in aanwezigheid en met toestemming van de hierna genoemde confraters-kanunniken van Berna, afstand heeft gedaan, ten gunste van het kloosterziekenhuis ("fermitorium"), van de novale tiende van Berlichem, omdat zekere tiende in de parochie van Bochoven ter waarde van 3 pond, toebehoord hebbende aan deze infirmerie, tijdelijk vanwege schulden en verplichtingen hieraan waren onttrokken; met de bepaling, dat ev. tekort van de cijns van Berlichem zal worden aangevuld en dat, ingeval de cijns van Bochoven weer beschikbaar komt, deze van Berlichem aan het klooster blijvend ten goede zal komen; dit in presentie van de Bernenses: de supprior Marselius de Leuwis (van Leeuwen), Godefridus Vriese, Henricus Paepken, Johannes de Bruxella, Ywanus de Busco, Johannes van Woudrichem, Theodericus Raet, Arnoldus van Wel, Ghiselbertus van Lederdamne, Ringholdus van Emmichoven, Gervasius van Tyla, Nicholaus van Huesden en Andreas Rover.
In monasterio Bernensi.
Notaris Robertus Godefriduszn van Huesden, clericus van Traiectum, instrumenteert, dat heer Robertus van Doern, investiet van Berlikem en tevens abt van Berna, in aanwezigheid en met toestemming van de hierna genoemde confraters-kanunniken van Berna, afstand heeft gedaan, ten gunste van het kloosterziekenhuis ("fermitorium"), van de novale tiende van Berlichem, omdat zekere tiende in de parochie van Bochoven ter waarde van 3 pond, toebehoord hebbende aan deze infirmerie, tijdelijk vanwege schulden en verplichtingen hieraan waren onttrokken; met de bepaling, dat ev. tekort van de cijns van Berlichem zal worden aangevuld en dat, ingeval de cijns van Bochoven weer beschikbaar komt, deze van Berlichem aan het klooster blijvend ten goede zal komen; dit in presentie van de Bernenses: de supprior Marselius de Leuwis (van Leeuwen), Godefridus Vriese, Henricus Paepken, Johannes de Bruxella, Ywanus de Busco, Johannes van Woudrichem, Theodericus Raet, Arnoldus van Wel, Ghiselbertus van Lederdamne, Ringholdus van Emmichoven, Gervasius van Tyla, Nicholaus van Huesden en Andreas Rover.
b. Excerpt in G. van den Elsen, Ms.-Berlicum, blz.53.
c. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.242.
d. Gedrukte tekst in: Het oudste cijnsregister van de Abdij van Berne uit 1376, ingeleid en van indices voorzien door G.M. van der Velden (R.A. 's-Hertogenbosch 1982), blz.174.