Op Sente-Katerinendach der heyliger jonffrouwen.
Willem van Drueten, ridder en richter tussen Maze en Wale, oorkondt, dat in het gericht van Lewen voor hem en de gerichtslieden, met name Otte van Puflic en Janne van Horssen, oorkonder en zijn vrouw Lisabet met haar voogd hebben opgedragen aan Heinric den Vrysen Matheuszn ten behoeve van abt en kapittel van de heren van Beernen een veld, de Smeedscampe, in het kerspel van Lewen, nader gesitueerd, dijk- en cijnsvrij; dit in ruil voor een hofstede, waar Heinric die Vryse op woonde ("seitte") en voor een huis, hofstede en erf, waar Janne van Horsse op woonde.
Op Sente-Katerinendach der heyliger jonffrouwen.
Willem van Drueten, ridder en richter tussen Maze en Wale, oorkondt, dat in het gericht van Lewen voor hem en de gerichtslieden, met name Otte van Puflic en Janne van Horssen, oorkonder en zijn vrouw Lisabet met haar voogd hebben opgedragen aan Heinric den Vrysen Matheuszn ten behoeve van abt en kapittel van de heren van Beernen een veld, de Smeedscampe, in het kerspel van Lewen, nader gesitueerd, dijk- en cijnsvrij; dit in ruil voor een hofstede, waar Heinric die Vryse op woonde ("seitte") en voor een huis, hofstede en erf, waar Janne van Horsse op woonde.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.281.