In domo habitacionis magistri Wissonis canonici, site infra emunitatem ecclesie Traiectensis.
Notaris Arnoldus Lewe instrumenteert, dat in het geschil over de tienden van Scothorst of Ginkelre Weyde en Rumelaer in de parochie van Ameronghen de heren meester Johannes van Leyenberch, Johannes Wael, Johannes Heelt en Johannes van Herculo, allen kanunniken van de S. Petrus te Traiectum, namens hun deken en kapittel ter ene zijde, en meester Severinus Wolf, vicarius van de S. Salvator aldaar, namens abt en convent van Berna en de proost van Meersberch ter andere zijde, zich ten overstaan van heer Fredericus (III) van Blanckenhem, bisschop van Traiectum, en de officiaalaartsdiaken hebben verplicht, de scheidsrechterlijke uitspraak van de heren meesters en kanunniken Wisso Nicolauszn van Zyrixzee van de Domkerk ("ecclesia major") en Roedolphus Taem van S. Maria ald. en eventueel nog van de opper-scheidsrechterheerproost van S. Johannes ald. voor het feest van St. Jan (24 juni) te aanvaarden, op straffe van 200 Franse goudschild, voor de helft aan de bisschop en voor de helft aan de scheidsrechters te betalen.
In domo habitacionis magistri Wissonis canonici, site infra emunitatem ecclesie Traiectensis.
Notaris Arnoldus Lewe instrumenteert, dat in het geschil over de tienden van Scothorst of Ginkelre Weyde en Rumelaer in de parochie van Ameronghen de heren meester Johannes van Leyenberch, Johannes Wael, Johannes Heelt en Johannes van Herculo, allen kanunniken van de S. Petrus te Traiectum, namens hun deken en kapittel ter ene zijde, en meester Severinus Wolf, vicarius van de S. Salvator aldaar, namens abt en convent van Berna en de proost van Meersberch ter andere zijde, zich ten overstaan van heer Fredericus (III) van Blanckenhem, bisschop van Traiectum, en de officiaalaartsdiaken hebben verplicht, de scheidsrechterlijke uitspraak van de heren meesters en kanunniken Wisso Nicolauszn van Zyrixzee van de Domkerk ("ecclesia major") en Roedolphus Taem van S. Maria ald. en eventueel nog van de opper-scheidsrechterheerproost van S. Johannes ald. voor het feest van St. Jan (24 juni) te aanvaarden, op straffe van 200 Franse goudschild, voor de helft aan de bisschop en voor de helft aan de scheidsrechters te betalen.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.340.
c. Verkorte tekst van Hoevenaars in A.A.U. 18(1890), nr.13, blz.157.