Rome apud S. Petrum, in Thesauria Apostolica; die septima mensis
februarii, anno a Nativitate Domini 1458, indictione sexta, pontificatus Calisti pape III anno tertio.
Bartholomeus Regas, pauselijk vice-thesaurier, oorkondt, dat heer Marcelius Macharen, abt van het klooster B. Maria van Berna, de annaten voor zijn eerste ambtsjaar, zijnde de halve opbrengst van het klooster, nl. 40 goudgulden-de-Camera, heeft voldaan door handen van heer Petrus Bogaert, procurator van de hertog van Burgondia bij het Romeinse Hof.
Rome apud S. Petrum, in Thesauria Apostolica; die septima mensis
februarii, anno a Nativitate Domini 1458, indictione sexta, pontificatus Calisti pape III anno tertio.
Bartholomeus Regas, pauselijk vice-thesaurier, oorkondt, dat heer Marcelius Macharen, abt van het klooster B. Maria van Berna, de annaten voor zijn eerste ambtsjaar, zijnde de halve opbrengst van het klooster, nl. 40 goudgulden-de-Camera, heeft voldaan door handen van heer Petrus Bogaert, procurator van de hertog van Burgondia bij het Romeinse Hof.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.483.
Nota. Het in de akte gegeven jaartal 1458 wordt hier niet volgens de calculus Florentinus omgerekend, omdat het jaar 1459 niet klopt met het gegeven pontificaatsjaar van Calistus III, die in april 1455 werd gekozen en geïntroniseerd.