In foro oppidi de Buscoducis; (et) in domo inhabitationis magistriMartini de Rode in oppido eodem, in vico Die Tolbrugstraet.
Notaris Godefridus Hels de Buscoducis, clericus van Leodium, instrumenteert, dat meester Martinus van Rode, licentiaat in de rechten, Johannes de Ouwen, beiden burgers van Buscumducis, Johannes z. v.w. Henricus Costenszn, Everardus z.v.w. Johannes van Berlickem en Henricus z.v.w. Johannes Rutten-zn, allen parochianen van Berlickem, ten behoeve van de fundatie van een zondagsmis in de kapel van Middelrode de volgende inkomsten bestemmen en schenken aan Johannes van Volken, bedienaar van de kapel:
1. een cijns van 40 schelling, die meester Martinus had verworven van Jacobus van Berck Gerarduszn;
2. een cijns van 40 schelling uit 5 lopen aldaar In de Loe;
3. een cijns van 3 pond uit ½ stuk land, de Balsbeemd in Middelroy, zolang de schenker Johannes Coskens leeft; daarna wordt het stuk land bezit van de kapel;
4. een pacht van ½ mud rogge, die Johannes de Ouwen ontvangt uit huis, erf en hof van Johannes van Noddevelt in de buurtschap Middelrode;
5. een cijns van 20 schelling uit een stuk land te Middelrode aan het Gewat;
6. een cijns van 3 pond uit o.a. een veld, 2 bunder groot en gelegen in Schinle in Liesschyt (de meeste landerijen nader gesitueerd); alles op voorwaarde, dat wanneer het lezen van de gefundeerde mis geen doorgang vindt, deze goederen terugvallen aan de schenkers of hun erfgenamen.
In foro oppidi de Buscoducis; (et) in domo inhabitationis magistriMartini de Rode in oppido eodem, in vico Die Tolbrugstraet.
Notaris Godefridus Hels de Buscoducis, clericus van Leodium, instrumenteert, dat meester Martinus van Rode, licentiaat in de rechten, Johannes de Ouwen, beiden burgers van Buscumducis, Johannes z. v.w. Henricus Costenszn, Everardus z.v.w. Johannes van Berlickem en Henricus z.v.w. Johannes Rutten-zn, allen parochianen van Berlickem, ten behoeve van de fundatie van een zondagsmis in de kapel van Middelrode de volgende inkomsten bestemmen en schenken aan Johannes van Volken, bedienaar van de kapel:
1. een cijns van 40 schelling, die meester Martinus had verworven van Jacobus van Berck Gerarduszn;
2. een cijns van 40 schelling uit 5 lopen aldaar In de Loe;
3. een cijns van 3 pond uit ½ stuk land, de Balsbeemd in Middelroy, zolang de schenker Johannes Coskens leeft; daarna wordt het stuk land bezit van de kapel;
4. een pacht van ½ mud rogge, die Johannes de Ouwen ontvangt uit huis, erf en hof van Johannes van Noddevelt in de buurtschap Middelrode;
5. een cijns van 20 schelling uit een stuk land te Middelrode aan het Gewat;
6. een cijns van 3 pond uit o.a. een veld, 2 bunder groot en gelegen in Schinle in Liesschyt (de meeste landerijen nader gesitueerd); alles op voorwaarde, dat wanneer het lezen van de gefundeerde mis geen doorgang vindt, deze goederen terugvallen aan de schenkers of hun erfgenamen.
b. Getypte tekst in Map-Afschriften.