Abt en convent van Beerne verzoeken de kanselier en de Raad van Brabant om hun vee in de parochie van Dinther te mogen blijven weiden in de gemeint van de heerlijkheid van Heeswijc, zoals sinds mensenheugenis gebruikelijk en toegestaan door de Duitse keizer, niettegenstaande Godevaert Disbier, schout van Heeswijc, dit reeds 4 jaren belet heeft, dit tot schade van 20 rijnsgulden, terwijl hij ook 7 jonge runderen heeft gepakt en verkocht en 2 pachters wederrechtelijk heeft aangehouden, zodat de abt bijstand moest zoeken bij de geestelijke conservator de deken van Sint Joris te Coelen, waartegen echter vrouwe Johanne van der Leck, vrouwe van Heeswijc, heeft geprotesteerd; waarna de abt rechtsbijstand zocht bij de officiaal van Ludic, toendertijd residerend in Loeven, waartegen zij zich wederom heeft geweerd, waarna de Raad van brabant de zaak heeft verwezen naar de schout van Den Bosch, die tot heden de executie van de uitspraak van de Raad heeft uitgesteld; waarom zij nu verzoeken, de schout van Den Bosch te bevelen dat hij ervoor zal zorgen, dat de schade wordt vergoed en dat de beesten en pachters met rust worden gelaten.
Abt en convent van Beerne verzoeken de kanselier en de Raad van Brabant om hun vee in de parochie van Dinther te mogen blijven weiden in de gemeint van de heerlijkheid van Heeswijc, zoals sinds mensenheugenis gebruikelijk en toegestaan door de Duitse keizer, niettegenstaande Godevaert Disbier, schout van Heeswijc, dit reeds 4 jaren belet heeft, dit tot schade van 20 rijnsgulden, terwijl hij ook 7 jonge runderen heeft gepakt en verkocht en 2 pachters wederrechtelijk heeft aangehouden, zodat de abt bijstand moest zoeken bij de geestelijke conservator de deken van Sint Joris te Coelen, waartegen echter vrouwe Johanne van der Leck, vrouwe van Heeswijc, heeft geprotesteerd; waarna de abt rechtsbijstand zocht bij de officiaal van Ludic, toendertijd residerend in Loeven, waartegen zij zich wederom heeft geweerd, waarna de Raad van brabant de zaak heeft verwezen naar de schout van Den Bosch, die tot heden de executie van de uitspraak van de Raad heeft uitgesteld; waarom zij nu verzoeken, de schout van Den Bosch te bevelen dat hij ervoor zal zorgen, dat de schade wordt vergoed en dat de beesten en pachters met rust worden gelaten.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.507, blz.241.