In domo habitacionis prenominate domicelle Nenne in villa seu parochia de Vechel sita.
Notaris Leonius van Horst, priester van het bisdom Leodium, instrumenteert, dat heer Arnoldus Gruyter, rector van de kapel van Jacobus en Anthonius in de parochie van Heeswijck, ter eenre zijde, en jonkvrouw Nenna, weduwe van Goeswinus Cnode, en haar kinderen Goeswinus en Luytgardis ter andere zijde erkennen, dat destijds Geerlacus Cnode, vader van Goeswinus Cnode voornoemd, aan de rector van deze kapel uit zijn goederen te Veghel een pacht van 1 mud rogge moest betalen sedert de oprichting van de kapel, en zij nu overeenkomen, dat jonkvrouwe Nenna, om deze pacht te lossen, aan de rector van de kapel de Bossche schepenbrieven overdraagt, waarin wijlen haar man een pacht van 1 mud rogge heeft gekocht, gevestigd op een pandgoed in de parochie van Heeswijck.
In domo habitacionis prenominate domicelle Nenne in villa seu parochia de Vechel sita.
Notaris Leonius van Horst, priester van het bisdom Leodium, instrumenteert, dat heer Arnoldus Gruyter, rector van de kapel van Jacobus en Anthonius in de parochie van Heeswijck, ter eenre zijde, en jonkvrouw Nenna, weduwe van Goeswinus Cnode, en haar kinderen Goeswinus en Luytgardis ter andere zijde erkennen, dat destijds Geerlacus Cnode, vader van Goeswinus Cnode voornoemd, aan de rector van deze kapel uit zijn goederen te Veghel een pacht van 1 mud rogge moest betalen sedert de oprichting van de kapel, en zij nu overeenkomen, dat jonkvrouwe Nenna, om deze pacht te lossen, aan de rector van de kapel de Bossche schepenbrieven overdraagt, waarin wijlen haar man een pacht van 1 mud rogge heeft gekocht, gevestigd op een pandgoed in de parochie van Heeswijck.
b. Authentiek afschrift, op papier, van notaris Gerlacus Henrici Ruys, 1593. VIII. K. Castrale kapel, in: Libellus A, nr.11.
c. Getypte tekst in Map-Afschriften.