skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Archieven

1392 Provinciaal Bestuur, 1950-1986

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
Grondwet van 1848 en Provinciale wet van 1850
Grondwet van 1956 en Provinciewet van 1962
1392 Provinciaal Bestuur, 1950-1986
Inleiding
Historisch overzicht
Grondwet van 1956 en Provinciewet van 1962
Gedurende de Tweede Wereldoorlog is door de Duitse bezetter steeds getracht de organisatie van het provinciaal bestuur ingrijpend te veranderen. Van dit alles zijn na de bevrijding vrijwel geen sporen overgebleven. Na de oorlog bestond er wel behoefte aan een vernieuwing van het bestuurlijk bestel. De bepalingen van het provincierecht waren geleidelijk verouderd en moesten worden herzien. Een drietal commissies heeft tussen 1946 en 1950 de Provinciale wet en de Grondwet aan een nadere beschouwing onderworpen
De commissie onder voorzitterschap van S.J.R. de Monchy adviseerde de minister in 1950 over de mate waarin er behoefte bestond aan zowel rechtsbescherming van de burger tegenover de overheid als van de publiekrechtelijke lichamen tegen inmenging van hoger gezag in hun autonome sfeer. De commissie beval in haar rapport aan de Provinciale wet te herzien. Op het gebied van de administratieve rechtspraak zag zij een duidelijke taak weggelegd voor Gedeputeerde Staten
De commissie die onder leiding stond van M.J. Prinsen kreeg de opdracht de regering te adviseren over de wijzigingen die, binnen het kader van de staatsrechtelijke verhoudingen, in de Provinciale wet dienden te worden aangebracht. In 1954 kwam de Commissie Prinsen met een ontwerp voor een geheel nieuwe wet. De structuur van het ontwerp verschilde niet veel van de wet van 1850. Voor het realiseren van de voorstellen, die door de regering grotendeels werden overgenomen, was wel eerst een wijziging van de Grondwet noodzakelijk.
De Staatscommissie Van Schaik onderzocht de mogelijkheid de Grondwet te herzien. In 1954 kwam de commissie met een rapport met daarbij een ontwerp voor een naar inhoud en indeling geheel nieuwe Grondwet. In 1956 werden bij wet van 23 augustus 1956 (Staatsblad 441) een zestal wijzigingen in hoofdstuk IV van de Grondwet doorgevoerd. Zij hadden ten doel de wetgever meer vrijheid te geven bij de regeling van het provinciaal bestuur. Zo werd het regelen van de zittingsduur van de staten voortaan aan de gewone wetgever overgelaten. De bepaling in de wet die het aantal vergaderingen van de staten regelde werd geschrapt evenals artikel 138 waarin het formulier van de eden was opgenomen. Dit werd overgelaten aan de nog vast te stellen Provinciewet van 1962. De eis tot goedkeuring door de Koning van alle provinciale verordeningen werd geschrapt. Voor een bepaalde groep verordeningen bleef de eis van de koninklijke goedkeuring bestaan. Ook de bepaling waarin stond dat de Commissaris van de Koningin belast was met het toezicht op de verrichtingen van de staten werd geschrapt.
Nadat door de grondwetsherziening van 1956 voor de wetgever de mogelijkheid was geopend het provincierecht te moderniseren, werd bij wet van 25 januari 1962 (Staatsblad 17) de nieuwe Provinciewet vastgesteld. De belangrijkste verschillen met de oude wet zijn:
1. De oude wet moest worden aangehaald als Provinciale wet, de nieuwe als Provinciewet. De nieuwe benaming was beter omdat een provinciale wet suggereert een wet te zijn die door de provincie is vastgesteld (artikel 188)
2. De Commissaris van de Koningin wordt genoemd als bestuursorgaan van de provincie (artikel 5)
3. Het aantal statenleden wordt gerelateerd aan het aantal inwoners van de provincie (artikel 7)
4. Het aantal vergaderingen wordt vrijgelaten aan Provinciale Staten (artikel 15)
5. Er worden voorschriften opgenomen over provinciale commissies (artikel 64-66)
6. De eis van koninklijke goedkeuring op besluiten van Provinciale Staten wordt zeer beperkt (artikel 91 en 100)
7. Er wordt een regeling opgenomen over de procedure van de behandeling door Gedeputeerde Staten van administratiegeschillen (artikel 101-112)
8. De bepalingen over de controle op de provinciale rekening worden gemoderniseerd (artikel 135 en verder).
Grondwet van 1983
Provinciaal bestuur na Tweede Wereldoorlog
Ambtelijke organisatie
Organisatie Provinciale Griffie rond 1950
Organisatie Provinciale Griffie rond 1986
Het archief
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bijlagen
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1950-1986
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch
Openbaarheid:
Deze toegang bevat een of meer stukken die tot 1 januari 2079 niet zonder meer openbaar zijn.
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.

Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.