Dierck Joseph Brouwers en familieleden hebben in erfcijns gegeven voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Gerarda van den Hoevel, moeder van het convent van Nazareth, gewoonlijk de Zwarte Zusters genoemd, op de Papenhulst in ’s-Hertogenbosch ten behoeve van het klooster een huis met toebehoren op de hoek van de Clarastraat en de Papenhulst tegenover het Vundelinckhuijs, grenzend aan het huis van Heijlken van den Borcht, begijn op het Groot Begijnhof, met toestemming van de landsheer en van de biechtvader, kanunnik Joost Bungelaer, voor een erfcijns te betalen aan Anna Maria de Raet.
Dierck Joseph Brouwers en familieleden hebben in erfcijns gegeven voor schepenen van ’s-Hertogenbosch aan Gerarda van den Hoevel, moeder van het convent van Nazareth, gewoonlijk de Zwarte Zusters genoemd, op de Papenhulst in ’s-Hertogenbosch ten behoeve van het klooster een huis met toebehoren op de hoek van de Clarastraat en de Papenhulst tegenover het Vundelinckhuijs, grenzend aan het huis van Heijlken van den Borcht, begijn op het Groot Begijnhof, met toestemming van de landsheer en van de biechtvader, kanunnik Joost Bungelaer, voor een erfcijns te betalen aan Anna Maria de Raet.