Archieven

Johannes van den Hoven, bouwman, St. Anthonis, en Lambertus van den Bosch, burgemeester van de gemeente Cuijk en St. Agatha, als gevolmachtigde van zijn behuwd moeder, Maria Geurts, weduwe van Roelof Huijbers, landbouwster, Sambeek, krachtens onderhandse volmacht op 09.07.1832, geregistreerd te Boxmeer, geven te kennen dat zij ter voorkoming van procedures omtrent het recht van overgang over een weide te Beugen, genaamd "den Peperkoekenkamp" zijn als volgt overeengekomen: 1. van den Bosch vrije en ongehinderde op- en overvaart der weide van van den Hoven zal hebben naar de weiden van zijn behuwd moeder, Maria Geurts, genaamd "den halven Brugsen en Hermens Smits Kampke", te rijden, daarvan hooi te halen, vee op en af te drijven en al wat verder nodig is, op die tijden dat van den Hoven geene of de minste schade of ongelegenheid worden aangedaan, 2. aan van den Bosch zal een sleutel van het hek van de weide van van den Hoven worden overgegeven met dien verstande dat het verbroken slot zal worden gerepareerd, 3. de gerezene kosten ad F 7,73 door van den Bosch zullen worden voldaan, terwijl de kosten van deze akte door beide partijen, ieder voor de helft, zal worden voldaan.

Johannes Heijmans, bouwman, St. Anthonis, eiser, en Gradus Gieben, bouwman, Beugen, en Hendrik Bergmans, bouwman, Oploo, gedaagden. Betreft een weide genaamd de Nijmeegschen Kamp, gelegen te Boxmeer welke voor ¾ eigendom van eiser is en ¼ van gedaagden. Er is onenigheid wie het gedeelte moet hooien met de waterkuil. Er wordt overeengekomen dat gedaagde dit eens in de 4 jaar doet, beginnende in 1833.

Mr. Antoon Joseph Jan Ignatius Hendrik Verheijen van der Ghust, advocaat, Boxmeer, als gevolmachtigde van Hendrina Jansen, particulierse, Sambeekschen Hoek, weduwe van Mathijs Hendriks, eiser, en Peter Toonen, bouwman, Oploo, gedagvaarde. Betreft de eis om aan Hendrina Jansen een bewijs van ontvangst te leveren voor een bedrag van F 2.020,20, komende uit de ouderlijken boedel van gedaagde en van nu wijlen haren echtgenoot met verdeling in de kosten.

Cornelis Nelesen, landbouwer, en Arnoldus Kamps, bouwman, beiden te St. Anthonis, verklaren te zijn overeengekomen dat Cornelis F 30 meteen zal betalen en F 200 op 01.04.1831.